ECLI:NL:OGEAC:2023:244

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
19 september 2023
Publicatiedatum
21 september 2023
Zaaknummer
CUR202204487
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen aanslag onroerendezaakbelasting 2022 niet-ontvankelijk verklaard

Op 19 april 2022 heeft de Inspecteur der Belastingen aan belanghebbende een aanslag onroerendezaakbelasting (OZB) opgelegd voor het jaar 2022, gebaseerd op een waarde van NAf 1.082.900. Belanghebbende heeft op 1 juni 2022 bezwaar gemaakt tegen deze aanslag. De Inspecteur heeft echter op 28 september 2022 de aanslag gehandhaafd. Vervolgens heeft belanghebbende op 20 november 2022 beroep ingesteld bij het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, waarbij hij griffierecht heeft betaald. Tijdens de zitting op 25 augustus 2023 heeft de Inspecteur een schermprint overgelegd waaruit blijkt dat de aanslag ambtshalve is verminderd naar NAf 1.050.000.

De kern van het geschil betreft de ontvankelijkheid van het bezwaar van belanghebbende. Het Gerecht overweegt dat op basis van de Landsverordening onroerendezaakbelasting 2014, bezwaar alleen mogelijk is in het eerste jaar van het vijfjarige tijdvak waarvoor de waarde wordt vastgesteld. Aangezien het bezwaar van belanghebbende betrekking heeft op het jaar 2022, is dit bezwaar niet-ontvankelijk. Het Gerecht oordeelt dat de Inspecteur, door het bezwaar ongegrond te verklaren in plaats van niet-ontvankelijk, een misslag heeft gemaakt, maar dat dit niet leidt tot vernietiging van de uitspraak op bezwaar.

Het Gerecht laat de uitspraak op bezwaar in stand en verklaart het beroep ongegrond. Tevens wordt er geen vergoeding van proceskosten of griffierecht toegekend, omdat het beroep ongegrond is verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. drs. P.A.M. Pijnenburg en is op 19 september 2023 uitgesproken in aanwezigheid van de griffier mr. L.M. de Leeuw van Weenen.

Uitspraak

Uitspraak van 19 september 2023
BBZ nr. CUR202204487
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:
[Belanghebbende],wonende te Curaçao,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende is ter zake van de onroerende zaak [adres] (hierna: de onroerende zaak) op 19 april 2022 een aanslag onroerendezaakbelasting (hierna: OZB) voor het jaar 2022 opgelegd naar een waarde van NAf 1.082.900.
1.2
Belanghebbende heeft op 1 juni 2022 tegen de aanslag bezwaar gemaakt.
1.3
De Inspecteur heeft op 28 september 2022 bij uitspraak op bezwaar de aanslag gehandhaafd.
1.4
Belanghebbende heeft op 20 november 2022 beroep ingesteld bij het Gerecht. Belanghebbende heeft daarvoor een bedrag aan griffierecht betaald van NAf 50.
1.5
De Inspecteur heeft op 8 mei 2023 een verweerschrift ingediend. De Inspecteur heeft bij het verweerschrift een schermprint overgelegd, waaruit volgt dat hij de aanslag OZB 2022 ambtshalve heeft verminderd naar een waarde van NAf 1.050.000.
1.6
De zitting heeft plaatsgevonden op 25 augustus 2023 te Willemstad. Belanghebbende is vertegenwoordigd door [A], vergezeld van [B]. Namens de Inspecteur is verschenen [C].
1.7
N. van Daalen heeft een pleitnota voorgedragen en overgelegd.

2.FEITEN

2.1
Op 9 juni 2021 heeft belanghebbende de onroerende zaak verworven voor een bedrag van USD 595.000 (NAf 1.082.900).
2.2
Voor de jaren 2019 tot en met 2021 zijn op 7 oktober 2021 (2019), 3 mei 2022 (2020) en 8 juli 2022 (2021) de aanslagen OZB opgelegd aan de voormalige eigenaar [D]. De voormalige eigenaar heeft tegen de waarde van de onroerende zaak geen bezwaar gemaakt en de aan hem opgelegde aanslagen OZB betaald.
2.3
Aan belanghebbende is voor het jaar 2022 op 19 april 2022 een aanslag OZB opgelegd naar een waarde van NAf 1.082.900.

3.GESCHIL

3.1.
Tussen partijen is in geschil de vraag of belanghebbende ontvankelijk is in zijn bezwaar, alsmede de waarde van de onroerende zaak.
3.2.
Voor zover aan een inhoudelijke behandeling wordt toegekomen, verdedigt de Inspecteur een waarde van de onroerende zaak van NAf 1.050.000 en belanghebbende een waarde NAf 390.400.

4.OVERWEGINGEN

4.1
Met ingang van het jaar 2019 is een nieuw vijfjarig tijdvak ingegaan. Voor dit tijdvak is de waarde van de onroerende zaak vastgesteld op NAf 1.082.900 (en nadien ambtshalve verminderd tot NAf 1.050.000).
4.2
Ingevolge artikel 9, lid 1, Landsverordening onroerendezaakbelasting 2014 (hierna: LOZB) kan de belanghebbende, behoudens het bepaalde in artikel 8, lid 1 LOZB, slechts in het eerste jaar van het vijfjarige tijdvak waarvoor de waarde wordt vastgesteld, bezwaar indienen bij de Inspecteur tegen de vastgestelde waarde. Dit betekent dat in het tijdvak 2019-2023 alleen bezwaar tegen de vastgestelde waarde mogelijk is over het jaar 2019. Nu het bezwaar van belanghebbende voor het onderhavige jaar 2022 is gericht tegen de vastgestelde waarde, is dit bezwaar niet-ontvankelijk. Daarbij komt dat belanghebbende in het eerste jaar van het vijfjarige tijdvak voor wat betreft de onroerende zaak niet de belastingplichtige was en hij derhalve niet gerechtigd was tegen de vastgestelde waarde bezwaar te maken.
4.3
De stelling van belanghebbende dat het onvermeld laten dat de aanslag 2019 de eerste aanslag van het vijfjarig tijdvak is door het Gerecht is beschouwd als een ernstig verzuim [1] , leidt niet tot een ander oordeel.
4.4
De Inspecteur heeft in plaats van het bezwaar van belanghebbende niet-ontvankelijk te verklaren, het bezwaar gehandhaafd (het bezwaar ongegrond verklaard). Deze misslag in het dictum leidt er overigens niet toe dat de uitspraak op bezwaar zal worden vernietigd. Zowel niet-ontvankelijkheid als ongegrondheid staan in de weg aan toekenning van een eventuele schadevergoeding of vergoeding voor de kosten van bezwaar. Een misslag van het dictum zoals in het onderhavige geval kan het belang van belanghebbende derhalve niet dienen. Analoog aan het oordeel van de Hoge Raad van 8 juli 2022, ECLI:NL:HR:2022:1033, zal het Gerecht de uitspraak op bezwaar in stand laten.
4.5
De Inspecteur heeft in verband met de vastgestelde waarde ter hoogte van de aankoopprijs in 2021 ter zitting toegezegd dat indien belanghebbende een waardestijging vanaf 1 januari 2019 tot aan het moment van aankoop aannemelijk maakt, de belastbare waarde verder ambtshalve zal worden verminderd.
Slotsom
4.6
Het beroep moet, gelet op het hierboven overwogene ongegrond verklaard worden.

5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT

5.1
Het Gerecht ziet geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten, ook al omdat niet is gebleken van kosten die voor vergoeding in aanmerking komen.
5.2.
Het Gerecht zal de Inspecteur evenmin gelasten het griffierecht te vergoeden, nu het beroep ongegrond zal worden verklaard.

6.DE BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gegeven door mr. drs. P.A.M. Pijnenburg, rechter, en uitgesproken op 19 september 2023, in tegenwoordigheid van de griffier mr. L.M. de Leeuw van Weenen.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
Emancipatie Boulevard Dominico “Don” Martina 18
Willemstad
Curaçao
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffie@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
- natuurlijke personen: NAf 200
- personenvennootschappen en rechtspersonen: NAf 500

Voetnoten

1.GEA Curaçao 29 juni 2023, CUR202300013 en CUR202204522 tot en met CUR202204529.