In deze zaak heeft de biologische vader, eiser, een kort geding aangespannen om te voorkomen dat de moeder, gedaagde, met hun minderjarige dochter naar Nederland vertrekt. Eiser heeft op 1 augustus 2023 een verzoekschrift ingediend, gevolgd door een akte eiswijziging op 2 augustus 2023. De mondelinge behandeling vond plaats op 3 en 10 augustus 2023, waarbij beide partijen en hun gemachtigden aanwezig waren. Eiser vorderde onder andere een verbod voor gedaagde om met de minderjarige van Curaçao te vertrekken, maar gedaagde was op 2 augustus al naar Nederland vertrokken.
Eiser is de biologische vader van de minderjarige, maar heeft geen gezag over haar. De minderjarige is geboren in 2013 en heeft tot voor kort in Curaçao gewoond. Eiser heeft een goede band met de minderjarige en heeft regelmatig contact met haar. Gedaagde heeft echter zonder overleg met eiser besloten om met de minderjarige naar Nederland te verhuizen, wat eiser als een schending van zijn rechten beschouwt.
Het gerecht heeft geoordeeld dat het bevoegd is om te beslissen op de vorderingen van eiser, ondanks het feit dat de minderjarige inmiddels in Nederland verblijft. Het gerecht heeft vastgesteld dat de gewone verblijfplaats van de minderjarige nog steeds in Curaçao is, gezien haar lange verblijf daar en de banden die zij heeft met haar omgeving. Het gerecht heeft ook geoordeeld dat gedaagde haar ouderlijk gezag heeft veronachtzaamd door de minderjarige zonder afscheid van eiser naar Nederland te brengen.
De rechter heeft besloten dat eiser voorlopig contact moet kunnen hebben met de minderjarige en dat gedaagde verplicht is om informatie te verstrekken over haar verblijfplaats. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 15 augustus 2023.