Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
eiser,
gemachtigden: mrs. S.S.J. Vierbergen en E. Kleist,
gedaagde,
gemachtigden: mrs. R.B. van Hees, R.F. van den Heuvel en N.R.V. Soeltaansingh.
1.Het procesverloop
- het verzoekschrift van 24 mei 2023,
- de producties van de bank,
- de producties van eiser,
- de mondelinge behandeling van 5 juni 2023,
- de pleitnotities van beide partijen.
3.De vordering en de standpunten van partijen
4.De beoordeling
politically exposed person(PEP) is en bovendien is veroordeeld voor ambtelijke corruptie, witwassen en valsheid in geschrifte. Dat de bank een concreet reputatierisico loopt is ook gebleken na de door eiser gestarte crowdfundingactie in mei 2022, waarbij (ten onrechte) de indruk is ontstaan dat de bank een rekeningnummer ter beschikking had gesteld. De bank wil niet langer meewerken aan het storten van (contante) geldstromen zonder duidelijke herkomst en aan de overige betalingen die plaatsvinden op de rekening van eiser. Bovendien is niet voldoende gebleken dat eiser niet elders een (bank)rekening zal kunnen openen, zoals hij ook heeft gedaan voor de ontvangst van gelden vanuit de crowdfunding. Voor zover het moeilijk is om een andere bankrekening te openen heeft eiser dat aan zichzelf te wijten, aldus de bank.
correspondent banks. De bank kan zich in redelijkheid op het standpunt stellen dat het vertrouwen in eiser is verloren doordat eiser, nadat hij is veroordeeld voor corruptie en witwassen en nadat hij in mei 2022 een crowdfundingactie is gestart met gebruikmaking van zijn persoonlijke bankrekening, opnieuw bedragen op zijn rekening heeft (willen) laten storten, waarvan de herkomst onvoldoende helder is. Dat zal mogelijk negatief afstralen op de bank. Dat het OM geen contante betalingen zou accepteren maakt niet dat de bank de verantwoordelijkheid moet (blijven) dragen van de contante betalingen die eiser wenst te storten. Daar komt bij dat de bank onbetwist heeft gesteld dat eiser deze bedragen ook via een Pagafasil-betaalpunt kan storten, zodat de voortgang van de betalingsregeling niet in gevaar hoeft te komen.
verplichtis de bankrelatie op te zeggen niet te worden beantwoord.