ECLI:NL:OGEAC:2023:117

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
24 april 2023
Publicatiedatum
31 mei 2023
Zaaknummer
CUR202300585, 586, 587, 588, 591, 592, 593, 594, 595, 596
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis in tien zaken over betaling van oude schulden door Fundashon Fiansa Popular

In deze zaak gaat het om tien afzonderlijke, maar vergelijkbare rechtszaken waarin Fundashon Fiansa Popular (FFP) betaling vordert van oude schulden die zijn ontstaan door leningen voor de verbetering van (volks)woningen. De leningen zijn in de jaren '80 en '90 verstrekt aan de gedaagden, die hun betalingsverplichtingen niet zijn nagekomen. FFP heeft in deze tussenvonnis een voorlopig oordeel gegeven over de door haar berekende rente en de vraag of het aanvaardbaar is dat na zoveel jaren de soms hoogopgelopen schuld in zijn geheel wordt opgevorderd. De partijen krijgen de gelegenheid om op dit voorlopige oordeel te reageren.

FFP is een sociale instelling die zich richt op het verstrekken van kredieten aan particulieren voor woningverbetering. De gedaagden hebben allemaal een kredietovereenkomst met FFP gesloten, waarin het geleende bedrag, de maandelijkse betalingsverplichting en de verschuldigde rente zijn vastgelegd. FFP vordert dat het gerecht de gedaagden veroordeelt tot betaling van de uitstaande bedragen, vermeerderd met wettelijke rente en incassokosten. De gedaagden hebben in hun verweer gesteld dat zij de volledige schuld al hebben afgelost of dat de vordering is verjaard.

Het gerecht heeft in deze tussenvonnis de hoogte van de restschuld en de berekening van de rente beoordeeld. Het blijkt dat FFP haar vordering berekent op basis van samengestelde rente, terwijl de kredietovereenkomsten hiervoor geen grondslag bieden. Daarnaast is er een vraag of het redelijk is dat FFP de hoogopgelopen vordering na al die jaren onverkort terugvordert, gezien de omstandigheden van de gedaagden en het beleid van de overheid met betrekking tot belastingschulden. FFP krijgt de gelegenheid om te reageren op deze overwegingen en de gedaagden kunnen ook hun standpunten verder toelichten in een antwoordakte.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummers: CUR202300585, 586, 587, 588, 591, 592, 593, 594, 595, 596
Vonnis van 24 april 2023
in de zaken van
de stichting
FUNDASHON FIANSA POPULAR,hierna te noemen ‘FFP’,
gevestigd in Curaçao,
eiseres,
gevolmachtigde: mr. J. de Wind,
tegen

1.[…] (CUR202300585),

2. […]CUR202300586),
3. […]CUR202300587),
4. […]CUR202300588),
5. […]CUR202300591),
6. […]CUR202300592),
7. […]CUR202300593),
8. […]CUR202300594),
9. […]CUR202300595),
10. […]CUR202300596),
allen wonend in Curaçao,
gedaagden,
gedaagden sub 1, 2, 5, 7, 8, 9 en 10 procederend in persoon,
gedaagden sub 3 en 4 niet verschenen.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
- de verzoekschriften van FFP van 28 februari 2023;
- de e-mail van de griffier aan de gemachtigde van FFP van 10 maart 2023, met het verzoek om een overzicht van het rekeningverloop vanaf het begin van de overeenkomst, en antwoord op vragen over het (incasso)beleid van FFP bij betalingsachterstanden van haar klanten;
- de mondelinge behandeling gehouden op 30 maart 2023, waarbij de verschenen gedaagden het woord hebben gevoerd, gedaagden sub 2 en 8 een conclusie van antwoord hebben ingediend en FFP in alle zaken stukken heeft overgelegd.
1.2.
Tussenvonnis is aangezegd op vandaag. Het vonnis in alle zaken is identiek, behoudens de aanduiding van de gedaagden in de kop en onder 5.1.

2.Samenvatting

Dit zijn tien afzonderlijke, maar vergelijkbare zaken. In bijna alle zaken heeft FFP in de jaren ’80 of ’90 van de vorige eeuw geld geleend aan de gedaagde. Het ging steeds om leningen voor verbetering van de (volks)woning van de gedaagde. FFP vordert nu betaling van de restantschuld. In dit tussenvonnis geeft het gerecht een voorlopig oordeel over de door FFP berekende rente en over de vraag of het aanvaardbaar is dat na zoveel jaren de soms hoogopgelopen schuld in zijn geheel wordt opgevorderd. Partijen krijgen de gelegenheid op dit voorlopig oordeel te reageren.

3.De feiten

3.1.
FFP is een sociale instelling die zich in Curaçao toelegt op de verstrekking van kredieten aan particulieren voor de koop en verbetering van hun (volks)woning.
3.2.
Gedaagden 1, 2 en 4 tot en met 10 hebben in de jaren ’80 of ’90 van de vorige eeuw geld geleend van FFP. Gedaagde sub 3 in 2009. Daartoe hebben zij allen met FFP een ‘Kredietovereenkomst in verband met woningverbetering’ gesloten. Die overeenkomsten vermelden het geleend bedrag, de maandelijkse betalingsverplichting en de verschuldigde rente.
3.3.
Gedaagden zijn volgens FFP hun betalingsverplichtingen jegens FFP niet correct nagekomen, ondanks aanmaning en ingebrekestelling.

4.Het gevorderde en het verweer

4.1.
FFP vordert in alle zaken dat het gerecht, uitvoerbaar bij voorraad, gedaagde veroordeelt tot betaling aan FFP van:
a. het volgens FFP uitstaande bedrag per december 2022, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2023 tot de dag van algehele voldoening;
b. incassokosten berekend volgens Procesreglement Civiele Zaken;
c. de proceskosten.
4.2.
Gedaagden sub 2 en 8 stellen in hun conclusie van antwoord dat zij de volledige schuld al lang geleden hebben afgelost. Zij doen bovendien een beroep op verjaring.
4.3.
De overige verschenen gedaagden hebben ter zitting mondeling verklaard dat zij niet in staat zijn het gehele gevorderde bedrag te betalen en dat zij een betalingsregeling willen treffen.

5.De beoordeling

De leningen en de gevorderde restschuld
5.1.
In onderstaand overzicht zijn de bijzonderheden van de kredieten opgenomen:
Kredietnemer
+
Zaaknummer
Geleend bedrag
+
Datum overeenkomst
Rente per jaar
+
Maandtermijn
Terugbetaald
Saldo per 31/12/2022 volgens FFP
1. […]
CUR202300585
NAf 14.300
23/11/1992
9%
NAf 315
NAf 0
NAf 50.041
2. […]
CUR202300586
NAf 4.000
22/7/1987
8%
NAf 85
NAf 1.700
NAf 46.575
3. […]
CUR202300587
NAf 4.395
6/5/2009
3%
NAf 79
NAf 2.172
NAf 3.736
4. […]
CUR202300588
NAf 7.100
8/2/1993
5%
NAf 140
NAf 0
NAf 29.545
5. […]
CUR202300591
NAf 6.000
14/4/1994
6%
NAf 125
NAf 75
NAf 36.769
6. […]
CUR202300592
NAf 6.000
24/2/1994
8%
NAf 130
NAf 780
NAf 50.041
7. […]
CUR202300593
NAf 14.300
9/12/1993
10%
NAf 320
NAf 4.480
NAf 50.042
8. […]
CUR202300594
NAf 13.700
11/5/1994
7%
NAf 1.283
NAf 12.071
NAf 12.771
9. […]
CUR202300595
NAf 8.000
1/12/1989
7%
NAf 165
NAf 5.870
NAf 10.809
10. […]
CUR202300596
NAf 11.900
2/6/1994
6%
NAf 240
NAf 4.925
NAf 14.412
Het rentepercentage
5.2.
FFP berekent haar (restant)vordering aan de hand van het rentepercentage dat is opgenomen in de kredietovereenkomst.
5.3.
De meeste kredietovereenkomsten bepalen dat het rentepercentage ‘door de F.F.P. aangepast kan worden bij wijzigingen van het inkomen van de kredietnemer volgens de bij F.F.P. gebruikelijke tabellen’. Uit de vordering en van FFP maakt het gerecht op dat een dergelijke aanpassing nooit heeft plaatsgehad.
Samengestelde of enkelvoudige rente
5.4.
FFP berekent haar (restant)vordering op basis van samengestelde rente, dus met rente over rente. De kredietovereenkomsten bieden daarvoor naar het voorlopig oordeel van het gerecht geen grondslag. Als samengestelde rente niet is overeengekomen, is slechts enkelvoudig berekende rente verschuldigd, dus alleen het overeengekomen rentepercentage over (het restant van) de hoofdsom. Dat zou leiden tot een lagere restschuld.
Toerekening van terugbetalingen
5.5.
Gelet op de artikelen 6:43 en 6:44 BW moet het uitgangspunt zijn dat de terugbetaalde bedragen eerst in mindering strekken van de kosten, vervolgens in mindering van de verschenen rente en tenslotte in mindering van de oudste openstaande aflossingsverplichting op de hoofdsom (vergelijk ook de recente zaak van FFP vs. […] (ECLI:NL:OGEAC:2023:64). Uit de door FFP verstrekte gegevens blijkt niet of dit wettelijke uitgangspunt door haar in de berekening van haar vordering is gehanteerd.
Onverkorte vordering van hoogopgelopen vordering aanvaardbaar?
5.6.
Uit het hiervoor opgenomen overzicht blijkt dat in sommige gevallen de restschuld in de loop der jaren flink in hoogte is toegenomen. Het meest in het oog springend geval is dat van gedaagde sub 2, die op een schuld in 1987 van NAf 4.000 volgens FFP in totaal NAf 1.700 heeft terugbetaald, en volgens FFP nu een restschuld heeft van NAf 46.575.
5.7.
De vraag dringt zich op of naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid aanvaardbaar is dat FFP de soms hoogopgelopen vordering na al die jaren onverkort terugvordert (artikel 6:248 lid 2 BW). Daarbij spelen een rol de volgende gezichtspunten, onder meer ontleend aan de zaak van FFP vs. […] (GHvJ 15 december 2020, ECLI:NL:OGHACMB:2020:281, cassatieberoep verworpen door Hoge Raad 20 mei 2022, ECLI:NL:HR:2022:731):
  • FFP is een sociale instelling, gericht op volkshuisvesting;
  • De klanten van FFP zijn veelal economisch zwakkeren, wat ook lijkt te gelden voor de gedaagden;
  • FFP heeft de schuld van de gedaagden tientallen jaren laten oplopen, zonder het nemen van rechtsmaatregelen;
  • FFP heeft als (sociale) professionele kredietverstrekker een bijzonder zorgplicht die meebracht dat FFP zich ten opzichte van de gedaagden moest inspannen om het ontstaan en voortduren van achterstanden tegen te gaan, gelet op het gevaar van ophopende en ondragelijke financiële lasten;
  • De door FFP berekende rente is in de meeste gevallen niet laag, ook in vergelijking met commerciële banken, en zeker niet bij samengestelde rente;
  • FFP heeft het overeengekomen rentepercentage niet aangepast naar inkomen/draagkracht van de gedaagden, terwijl de meeste kredietovereenkomsten wel in de mogelijkheid daartoe voorzagen;
  • Door de (hoge) rente is de (rest)schuld in de loop van de jaren hoog opgelopen, waardoor in een aantal gevallen een wanverhouding is ontstaan tussen enerzijds het ooit geleende bedrag en anderzijds het terugbetaalde bedrag plus de restschuld;
  • Aannemelijk is dat de gedaagden, althans de meesten van hen, niet bij machte zijn om de door FFP berekende restschuld binnen redelijke tijd af te lossen, wat voor FFP in voorkomend geval aanleiding zou kunnen zijn een toewijzend vonnis ten uitvoer te leggen door executoriaal beslag en verkoop van de woningen van de gedaagden;
  • Curaçao kent geen wettelijke schuldsaneringsregeling die mensen met een uitzichtloze schuldenproblematiek de kans geeft op een schone lei;
  • Niet gebleken is dat FFP de gedaagden - die veelal geen juridische kennis of rechtsbijstand hebben - heeft gewezen op de verjaringsregels, of deze eigener beweging in haar incassobeleid heeft toegepast;
  • Er is een discrepantie tussen de vordering van FFP tot betaling van rente over de afgelopen tientallen jaren en het algemeen bekende huidige Curaçaose overheidsbeleid om belastingschulden (van armen, rijken en bedrijven) van ouder dan vijf jaren in beginsel buiten invordering te stellen.
Vervolg van de procedure
5.8.
FFP zal in de gelegenheid worden gesteld een akte in te dienen reageert op het voorgaande. FFP zal daarbij voorts kunnen reageren op de conclusies van antwoord van gedaagden sub 2 en 8.

6.De beslissing

Het gerecht:
6.1.
verwijst de zaak naar de rolzitting van maandag 8 mei 2023, voor het indienen van een akte door FFP en bepaalt dat de verschenen gedaagden vervolgens op een door de rolrechter te bepalen datum een antwoordakte zullen kunnen nemen;
6.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. de Kort, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 24 april 2023.