Uitspraak
Uitspraak
[naam eiser 1],
2. [naam eiser 2],
3. [naam eiser 3],
4. [naam eiser 4],
5. [naam eiser 5],
de minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning (VVRP),
[naam vergunninghouder]
Inleiding
Beoordeling door het Gerecht
10 september 2014. Uit de kaarten in combinatie met de tekst van deze meetbrieven kan volgens eisers worden afgeleid dat direct achter de kadastrale grenzen het Spaanse Water begint. Die kadastrale grenzen zijn bepalend geweest voor het vaststellen van de bestemmingsgrens water en stedelijk gebied. De strook grond achter de perceelgrens en het Spaanse Water bestaat volgens eisers officieel niet als grond. Het Gerecht ziet ook hierin geen reden om de toelichting van verweerder niet te volgen. De tekeningen waar eisers op wijzen dateren alle van na vaststelling van het EOP. Van die feitelijke situatie kan de wetgever bij het vaststellen van de bestemmingskaarten bij het EOP dus niet zijn uitgegaan. Daar komt bij dat de tekeningen waar eisers op wijzen zijn opgesteld met het doel om ten behoeve van eigendomsverhoudingen de omvang en de grenzen van bepaalde percelen vast te stellen. De kaarten zeggen dus iets daarover maar bieden geen aanknopingspunten voor het anders oordelen over de bestemmingsgrens. Het is op grond van deze kaarten niet uitgesloten dat er al dan niet in een eerder stadium ook naast het perceel ten behoeve waarvan de kaart is opgesteld nog andere gronden lagen richting het Spaanse Water die op deze kaarten niet zichtbaar zijn gemaakt.
22 september 2015 precies ziet. Naar het oordeel van het Gerecht kan namelijk ook uit die brief niet worden afgeleid dat de bestemming water rust op de gronden die liggen vóór de op de topografische kaart weergegeven kustlijn.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaarthet beroep met nummer CUR202101374 niet-ontvankelijk;
- verklaarthet beroep met nummer CUR202101530 ongegrond.
zes wekenna de dag van kennisgeving van de uitspraak.