In deze zaak heeft belanghebbende, wonende te Curaçao, beroep ingesteld tegen de aanslagen inkomstenbelasting en premies AOV/AWW en AVBZ voor het jaar 2018. De Inspecteur der Belastingen had op 17 juli 2020 een aanslag opgelegd naar een belastbaar inkomen van NAf 30.387, waarbij belanghebbende een bedrag aan studiekosten van NAf 24.446 als buitengewone lasten in aftrek had gebracht. De Inspecteur accepteerde echter slechts een deel van deze studiekosten en verlaagde de aanslag inkomstenbelasting naar een belastbaar inkomen van NAf 24.510. Belanghebbende maakte bezwaar tegen deze aanslagen, maar de Inspecteur handhaafde zijn standpunt. Na een pro forma beroep en een zitting op 28 juni 2022, waarin belanghebbende en haar vertegenwoordiger verschenen, heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 9 september 2022 uitspraak gedaan. Het Gerecht oordeelde dat belanghebbende geslaagd was in haar bewijslast en dat de uitgaven aan studiekosten op haar hebben gedrukt. Het Gerecht heeft de aanslag inkomstenbelasting verminderd tot een belastbaar inkomen van NAf 8.556 en de aanslagen premies AOV/AWW en AVBZ dienovereenkomstig aangepast. Tevens is de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende en moet het betaalde griffierecht worden vergoed.