Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.OVERWEGINGEN
3.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
4.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 7 september 2022 uitspraak gedaan in een beroepsprocedure tegen de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen een aanslag onroerendezaakbelasting (OZB) voor het jaar 2015, die oorspronkelijk was opgelegd op 10 juli 2019. Na een aantal wijzigingen in de aanslag, heeft de Inspecteur op 3 juni 2022 de aanslag verminderd naar een belastbare waarde van NAf 120.000, waarmee hij volledig tegemoetkwam aan het bezwaar van de belanghebbende. Hierdoor was er geen belang meer bij de beroepsprocedure, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep. Het Gerecht oordeelde dat, hoewel de Inspecteur de proceskosten en het griffierecht moest vergoeden, er in dit geval geen aanleiding was om de Inspecteur te veroordelen in de proceskosten, aangezien de belanghebbende zelf het bezwaar- en beroepschrift had geschreven. De Inspecteur werd wel verplicht om het betaalde griffierecht van NAf 50 aan de belanghebbende te vergoeden. De uitspraak benadrukt de hoofdregel dat bij niet-ontvankelijkheid van het beroep, de Inspecteur de proceskosten en het griffierecht dient te vergoeden, tenzij er geen beroepsmatig verleende rechtsbijstand is.