ECLI:NL:OGEAC:2022:280

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
7 september 2022
Publicatiedatum
18 oktober 2022
Zaaknummer
CUR202102370
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep inzake aanslag onroerendezaakbelasting na tegemoetkoming door de Inspecteur

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 7 september 2022 uitspraak gedaan in een beroepsprocedure tegen de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen een aanslag onroerendezaakbelasting (OZB) voor het jaar 2015, die oorspronkelijk was opgelegd op 10 juli 2019. Na een aantal wijzigingen in de aanslag, heeft de Inspecteur op 3 juni 2022 de aanslag verminderd naar een belastbare waarde van NAf 120.000, waarmee hij volledig tegemoetkwam aan het bezwaar van de belanghebbende. Hierdoor was er geen belang meer bij de beroepsprocedure, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep. Het Gerecht oordeelde dat, hoewel de Inspecteur de proceskosten en het griffierecht moest vergoeden, er in dit geval geen aanleiding was om de Inspecteur te veroordelen in de proceskosten, aangezien de belanghebbende zelf het bezwaar- en beroepschrift had geschreven. De Inspecteur werd wel verplicht om het betaalde griffierecht van NAf 50 aan de belanghebbende te vergoeden. De uitspraak benadrukt de hoofdregel dat bij niet-ontvankelijkheid van het beroep, de Inspecteur de proceskosten en het griffierecht dient te vergoeden, tenzij er geen beroepsmatig verleende rechtsbijstand is.

Uitspraak

Uitspraak van 7 september 2022
BBZ nr. CUR202102370
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:
[Belanghebbende], wonende te Curaçao,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende is ter zake van de onroerende zaak te Kaya [adres 1], (hierna: de onroerende zaak) op 10 juli 2019 een aanslag onroerendezaakbelasting (hierna: OZB) voor het jaar 2015 opgelegd naar een belastbare waarde van NAf 341.000 en een te betalen bedrag aan OZB van NAf 1.364.
1.2
Belanghebbende heeft op 19 augustus 2019 daartegen bezwaar gemaakt.
1.3
Op 11 augustus 2020 is de aanslag verminderd naar één naar een belastbare waarde van NAf 285.000.
1.4
De Inspecteur heeft op 16 augustus 2021 uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar afgewezen. In de uitspraak op bezwaar is vermeld dat de belastbare waarde van NAf 341.000 wordt gehandhaafd.
1.5
Belanghebbende heeft op 27 augustus 2021 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar. Belanghebbende heeft daarvoor een bedrag aan griffierecht betaald van NAf 50.
1.6
De Inspecteur heeft op 6 juni 2022 aan het Gerecht screenprints van verminderingen doen toekomen, waaronder een vermindering van de aanslag OZB 2015 naar één naar een belastbare waarde van NAf 120.000.
1.7
De zitting heeft plaatsgevonden op 28 juni 2022 te Willemstad. Belanghebbende is verschenen. Namens de Inspecteur zijn verschenen [A] en [B].

2.OVERWEGINGEN

2.1
De Inspecteur heeft hangende deze beroepsprocedure, op 3 juni 2022, de aanslag OZB 2015 verminderd naar één naar een belastbare waarde van Afl. 120.000. De Inspecteur is daarmee volledig aan belanghebbendes bezwaar tegemoetgekomen. Dit brengt mee dat het beroep niet meer tot een voor belanghebbende gunstiger resultaat kan leiden.
2.2
Daarmee komt het belang aan deze beroepsprocedure te ontvallen (vgl. HR 3 december 2010, ECLI:NL:HR:2010:BO5988; HR 15 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:43). Nu belanghebbende geen belang meer heeft bij een uitspraak op het beroep, dient dit beroep blijkens voormelde jurisprudentie niet-ontvankelijk te worden verklaard.
2.3
Belanghebbende heeft geklaagd over de door de Ontvanger doorgevoerde inhoudingen op haar loon en verrekeningen in verband met de opgelegde aanslagen OZB, die niet lijken te kloppen. Zij heeft de Ontvanger hierover diverse keren tevergeefs benaderd voor een uitleg. De Inspecteur heeft op de zitting toegezegd belanghebbende hiermee te zullen helpen. Hij zal de Ontvanger benaderen om de kwestie te laten uitzoeken.

3.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT

3.1
In gevallen, zoals het onderhavige, waarin het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard omdat de Inspecteur geheel aan het bezwaar van de belanghebbende is tegemoet gekomen dient als hoofdregel de Inspecteur de proceskosten en het griffierecht te vergoeden (vgl. HR 10 augustus 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX4045; HR 5 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:494).
3.2
Aangezien in onderhavige geval geen sprake is van beroepsmatig verleende rechtsbijstand, belanghebbende heeft het bezwaar- en beroepschrift zelf geschreven, vindt het Gerecht geen aanleiding om de Inspecteur te veroordelen in de proceskosten.
3.3
De Inspecteur dient het betaalde griffierecht van NAf 50 aan belanghebbende te vergoeden.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart het beroep tegen de aanslag OZB voor het jaar 2015 niet-ontvankelijk;
- draagt de Inspecteur op het door belanghebbende betaalde griffierecht van
NAf 50 te vergoeden.
Deze uitspraak is gegeven door mr. D.J. Jansen en uitgesproken op 7 september 2022, in tegenwoordigheid van de griffier M.M.M. Faro MSc.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
Emancipatie Boulevard Dominico “Don” Martina 18
Willemstad
Curaçao
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffie@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
- natuurlijke personen: NAf 200
- personenvennootschappen en rechtspersonen: NAf 500