Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Ontvankelijkheid bezwaar naheffingsaanslagen 2013
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan op het beroep van belanghebbende tegen de uitspraken van de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen naheffingsaanslagen en boetebeschikkingen die aan haar waren opgelegd. De zaak betreft de ontvankelijkheid van het bezwaar, waarbij de belanghebbende aanvoert dat zij de naheffingsaanslagen niet tijdig had ontvangen. Het Gerecht oordeelt dat de belanghebbende ontvankelijk is in haar bezwaar, omdat zij ten tijde van het indienen van het bezwaar de naheffingsaanslag nog niet onder ogen had gekregen. Dit is in lijn met de jurisprudentie van de Hoge Raad.
Daarnaast is in geschil of de opgelegde boetes in stand kunnen blijven. De belanghebbende stelt dat zij ten onrechte dubbel beboet is, omdat zowel bij de eerste als de tweede reeks naheffingsaanslagen boetes zijn opgelegd. De Inspecteur verdedigt dat de boetes terecht zijn opgelegd, omdat het gaat om verschillende heffingen en verschillende feiten. Het Gerecht oordeelt dat de boetes terecht zijn opgelegd, omdat het niet tijdig doen van aangifte en het niet tijdig betalen van belasting afzonderlijke verplichtingen zijn. De opgelegde boetes zijn passend en geboden, en verdere matiging is niet op zijn plaats.
De uitspraak van het Gerecht vernietigt de uitspraken op bezwaar van de Inspecteur en vernietigt de boetebeschikking voor de naheffingsaanslag over oktober 2014. Het Gerecht draagt de Inspecteur op het betaalde griffierecht aan de belanghebbende te vergoeden.