ECLI:NL:OGEAC:2022:233
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Hoofdelijke aansprakelijkheid voor belastingaanslagen en verhaal onder derden in kort geding
In deze zaak, die op 22 augustus 2022 door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, vordert eiser, een psycholoog en bestuurder van twee vennootschappen, in kort geding dat de Sociale Verzekeringsbank (SVB) wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van NAf 152.094,60, plus vertragingsrente. Daarnaast vraagt hij de Ontvanger om de SVB te informeren dat de vordering is ingetrokken. De gedaagden, de Ontvanger en de SVB, voeren verweer en betwisten het spoedeisend belang van de vordering. Eiser stelt dat hij in financiële problemen verkeert door inhoudingen die de Ontvanger heeft gedaan op bedragen die aan hem toekomen van de SVB. De Ontvanger heeft op basis van de hoofdelijke aansprakelijkheid van eiser als bestuurder van de vennootschappen gehandeld, en eiser betwist deze aansprakelijkheid.
De rechter oordeelt dat eiser hoofdelijk aansprakelijk is voor de belastingschulden van zijn vennootschappen op grond van de Curaçaose belastingwetgeving. De rechter wijst erop dat de Ontvanger niet verplicht is om de tenaamstelling van belastingaanslagen te wijzigen om te kunnen executeren. Eiser heeft niet aangetoond dat er aanslagen zijn waarvoor geen hoofdelijke aansprakelijkheid geldt. De rechter concludeert dat de vorderingen van eiser niet toewijsbaar zijn en dat hij als in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten moet worden veroordeeld. Het vonnis wordt uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.