Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.OVERWEGINGEN
Beroep niet tijdig beslissen op bezwaar
3.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
4.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak is in geschil de aanslag onroerendezaakbelasting (OZB) en de vastgestelde waarde van de onroerende zaak per 1 januari 2014. De belanghebbende, wonende te Curaçao, heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslagen OZB voor de jaren 2014 en 2018, die zijn opgelegd naar een waarde van NAf 590.000. De belanghebbende heeft op 8 januari 2019 bezwaar gemaakt en op 16 juli 2020 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op het bezwaar. De zitting vond plaats op 23 maart 2021, waarbij de rechter via videoverbinding de zitting leidde vanwege coronamaatregelen.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat de Inspecteur niet heeft aangetoond dat de vastgestelde waarde niet te hoog is. Evenzo heeft de belanghebbende niet kunnen bewijzen dat de door hem bepleite waarde van NAf 490.000 juist is. Het Gerecht heeft daarom de waarde in goede justitie vastgesteld op NAf 525.000. Het bezwaar tegen de aanslag OZB 2014 is gegrond verklaard, terwijl het bezwaar tegen de aanslag OZB 2018 niet-ontvankelijk is verklaard. De Inspecteur is verplicht het betaalde griffierecht van NAf 50 aan de belanghebbende te vergoeden.