Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Ontvankelijkheid beroep
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 26 november 2021 uitspraak gedaan in een belastinggeschil tussen een belanghebbende, een eenmanszaak, en de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen een aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2016, die was opgelegd op basis van een belastbaar inkomen van NAf 103.651. De belanghebbende had in zijn aangifte diverse kostenposten opgevoerd, waaronder utiliteitskosten en kosten voor onderaannemers, die door de Inspecteur niet waren geaccepteerd wegens het ontbreken van bewijsstukken. Tijdens de zitting werd vastgesteld dat de uitspraak op bezwaar niet op de juiste wijze was bekendgemaakt, waardoor de beroepstermijn pas begon te lopen op het moment dat de belanghebbende de uitspraak daadwerkelijk ontving. Het Gerecht oordeelde dat het beroep ontvankelijk was en dat de correcties van de Inspecteur niet terecht waren. De Inspecteur had ter zitting verklaard dat de correcties voor utiliteitskosten en overige algemene kosten moesten vervallen, omdat de bewijsstukken te laat waren opgevraagd. Het Gerecht volgde dit standpunt en verklaarde het beroep gegrond. De aanslag inkomstenbelasting werd verminderd tot een belastbaar inkomen van NAf 36.347. Tevens werd de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende en moest het betaalde griffierecht worden vergoed.