Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.OVERWEGINGEN
Beroep tegen niet-tijdig beslissen op bezwaar
3.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
4.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Op 9 februari 2021 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij belanghebbende in beroep ging tegen een aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2016. De aanslag was opgelegd op 19 oktober 2018, en belanghebbende had op 16 januari 2019 bezwaar gemaakt. Aangezien de Inspecteur niet tijdig op het bezwaar had beslist, heeft belanghebbende op 9 april 2020 beroep ingesteld. De zitting vond plaats op 22 januari 2021, waarbij de rechter via videoverbinding de zitting leidde vanwege coronamaatregelen.
Het Gerecht oordeelde dat het beroep tegen het niet tijdig beslissen op bezwaar gegrond was, omdat de Inspecteur niet binnen de wettelijke termijn van negen maanden had beslist. Het bezwaar tegen de aanslag werd ook gegrond verklaard, omdat belanghebbende recht had op kindertoeslag, wat leidde tot een vermindering van de aanslag. De rechter oordeelde dat de premie voor de door belanghebbende afgesloten kapitaalverzekering niet als aftrekbare persoonlijke last kon worden aangemerkt, omdat deze niet voldeed aan de voorwaarden voor een in looptijd dalende overlijdensrisicoverzekering.
De uitspraak concludeerde met de veroordeling van de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende en de terugbetaling van het griffierecht. De uitspraak werd gedaan door mr. dr. A.J.H. van Suilen en is openbaar gemaakt op 9 februari 2021.