Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 14 april 2020 uitspraak gedaan in een belastinggeschil tussen een belanghebbende en de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende ontving in 2015 een nabetaling van loon die betrekking had op het jaar 2014. Deze nabetaling werd door de belanghebbende in zijn belastbaar inkomen van 2015 opgenomen, waarbij hij zich beroept op de 'spreidingsregeling', een beleidsregel van de Belastingdienst die stelt dat nabetalingen in het voorgaande jaar kunnen worden toegerekend voor belastingdoeleinden. De Inspecteur daarentegen stelde dat de spreidingsregeling enkel invloed heeft op de belastingheffing van het jaar waarin de nabetaling is ontvangen, en niet op het belastbaar inkomen van het voorgaande jaar.
Het Gerecht oordeelde dat de spreidingsregeling niet leidt tot een verhoging van het belastbaar inkomen over 2014, maar enkel invloed heeft op de berekening van de verschuldigde belasting over 2015. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslagen inkomstenbelasting voor de jaren 2014 en 2015, maar het Gerecht stelde de Inspecteur in het gelijk. De uitspraak op bezwaar van de Inspecteur werd gehandhaafd, en de belanghebbende werd in het ongelijk gesteld. Het Gerecht concludeerde dat de aanslagen niet tot een te hoog bedrag waren opgelegd en verklaarde het beroep ongegrond.
De uitspraak benadrukt de toepassing van de spreidingsregeling en de gevolgen daarvan voor de belastingheffing, waarbij het Gerecht de argumenten van de belanghebbende niet volgde. De proceskosten en het griffierecht werden niet vergoed, en de belanghebbende werd geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.