Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Tijdstip van genieten
5.PROCESKOSTENVERGOEDING EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 26 juni 2019 uitspraak gedaan in een belastinggeschil tussen de belanghebbende, X, en de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende was tot november 2012 in dienst bij Y NV en ontving in 2013 een beëindigingsvergoeding na de sluiting van de onderneming. De Inspecteur heeft deze vergoeding in de aanslag inkomstenbelasting 2013 betrokken, wat de belanghebbende betwistte. Hij stelde dat de vergoeding in 2012 vorderbaar en inbaar was geworden en dat de spreidingsregeling van toepassing was, waardoor de belastingheffing over de vergoeding naar eerdere jaren zou moeten worden teruggebracht.
Het Gerecht oordeelde dat de beëindigingsvergoeding pas in 2013 vorderbaar en inbaar was, omdat de arbeidsovereenkomst pas op 17 januari 2013 door de rechter was ontbonden. De spreidingsregeling, die inhoudt dat nabetalingen van loon worden belast alsof ze in voorgaande jaren zijn ontvangen, verandert niets aan het jaar van belastingheffing. Het Gerecht concludeerde dat de Inspecteur de beëindigingsvergoeding terecht in de aanslag inkomstenbelasting 2013 had betrokken. Ook het beroep van de belanghebbende op het gelijkheidsbeginsel werd verworpen, omdat er geen sprake was van gelijke gevallen. De uitspraak eindigde met de beslissing dat het beroep ongegrond werd verklaard.