Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Vaststellen aanslag AVBZ
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 2 december 2020 uitspraak gedaan in een beroep tegen een aanslag premie AVBZ voor het jaar 2017. De belanghebbende, wonende te Curaçao, had bezwaar gemaakt tegen de door de Inspecteur der Belastingen opgelegde aanslag van NAf 697, gebaseerd op een premie-inkomen van NAf 40.122. De belanghebbende stelde dat de verschuldigde premie niet vastgesteld mocht worden, omdat deze onder de drempel van NAf 50 zou blijven. De Inspecteur had echter de aanslag gehandhaafd, waarbij hij een premiepercentage van 1,5% voor pensioeninkomen en 2% voor overige inkomsten toepaste, in overeenstemming met de wettelijke regeling. Tijdens de zitting op 29 oktober 2020, waar de belanghebbende en de Inspecteur vertegenwoordigd waren, zijn de feiten en argumenten besproken. Het Gerecht oordeelde dat de Inspecteur de aanslag terecht had vastgesteld, aangezien de verschuldigde belasting de totale voorheffingen met meer dan NAf 50 te boven ging. De uitspraak benadrukte ook dat uitlatingen van de SVB in het kader van voorlichting de Inspecteur niet binden. Het beroep werd ongegrond verklaard, en er werd geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht toegekend.