Uitspraak
1.HET PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.BEOORDELING VAN HET BEROEP
Geen premieplicht AOV/AWW bij recht op AOV-uitkering
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 6 oktober 2020 uitspraak gedaan in een belastinggeschil tussen een belanghebbende en de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende, die met ingang van 2013 een AOV-uitkering ontvangt, heeft in 2017 gewerkt en zijn werkgever heeft het werkgeversdeel van de premie AOV/AWW ingehouden en afgedragen. De belanghebbende verzocht om restitutie van de premie AOV/AWW, maar de Inspecteur weigerde dit voor het werkgeversdeel. Het Gerecht oordeelde dat de wetssystematiek bepaalt dat alleen het premiedeel werknemers voor rekening van de werknemer komt en dat de teruggave van het premiedeel werkgevers aan de werkgever moet worden verleend. De belanghebbende had in 2018 een aanslag ontvangen en bezwaar gemaakt, maar de Inspecteur handhaafde de aanslag. Het Gerecht concludeerde dat de Inspecteur terecht heeft geweigerd het resterende werkgeversdeel van de premies AOV/AWW te restitueren, omdat de werkgever dit onverschuldigd aan de Belastingdienst had betaald. De uitspraak benadrukt de scheiding tussen de premies die voor rekening van de werknemer en de werkgever komen, en dat de restitutie van premies aan de juiste partij moet worden verleend.