Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Ontvankelijkheid beroep
5.PROCESKOSTENVERGOEDING EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft belanghebbende, een inwoner van Curaçao, beroep ingesteld tegen een aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2014, opgelegd door de Inspecteur der Belastingen. De aanslag was gebaseerd op een belastbaar inkomen van NAf 41.442, maar belanghebbende betwistte dat zij in 2014 loon had genoten van haar voormalige werkgever, [Q]. Belanghebbende stelde dat zij sinds 2003 niet meer voor deze werkgever werkte en dat de Inspecteur ten onrechte loon uit deze dienstbetrekking in aanmerking had genomen. De Inspecteur had in de beroepsfase vragen gesteld aan de werkgever, maar deze waren niet beantwoord. Het Gerecht oordeelde dat het niet meewerken aan een derdenonderzoek niet leidt tot omkering van de bewijslast. De Inspecteur diende te bewijzen dat belanghebbende loon had genoten, maar slaagde daar niet in. Het Gerecht concludeerde dat de aanslag moest worden verminderd tot een belastbaar inkomen van NAf 21.747. De uitspraak werd gedaan op 29 september 2020, waarbij het beroep gegrond werd verklaard en de proceskosten aan belanghebbende werden vergoed.