Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.BEOORDELING VAN HET BEROEP
Beroep niet tijdig beslissen
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
Kosten bezwaarfase
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 30 september 2020 uitspraak gedaan in een belastinggeschil tussen een werknemer, aangeduid als belanghebbende, en de Inspecteur der Belastingen. De werknemer was tussen 2008 en 2013 aangemerkt als ex-patriate en verzocht in 2012 om de ex-patriateregeling voor de resterende termijn van de vijfjaarsperiode toe te passen. Het Gerecht oordeelde dat dit verzoek niet kan worden gezien als een voortzetting van de bestaande ex-patriate status, maar als een nieuw verzoek. Dit heeft tot gevolg dat de inkomenseis voor de ex-patriate status is verhoogd van NAf 100.000 naar NAf 150.000. De Inspecteur heeft daarom terecht de ex-patriate status afgewezen.
De zaak omvatte ook een aantal naheffingsaanslagen die aan belanghebbende waren opgelegd voor de jaren 2012 en 2013, met betrekking tot loonbelasting en premies. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze naheffingsaanslagen, maar het Gerecht heeft geoordeeld dat de naheffingsaanslagen terecht zijn opgelegd. De Inspecteur heeft de vergrijpboetes opgelegd op basis van grove schuld, wat door het Gerecht is bevestigd. De uitspraak concludeert met een vermindering van de boetes voor de jaren 2012 en 2013, maar handhaaft de naheffingsaanslagen en de boete voor de BVZ 2013.
Het Gerecht heeft ook de proceskosten en het griffierecht behandeld, waarbij het belanghebbende recht op een kostenvergoeding voor de bezwaarfase is ontzegd, maar wel het griffierecht heeft toegewezen.