ECLI:NL:OGEAC:2020:110

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
6 mei 2020
Publicatiedatum
8 mei 2020
Zaaknummer
CUR201903422
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen naheffingsaanslag winstbelasting en procesgang bij het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 6 mei 2020 uitspraak gedaan over een beroep van belanghebbende tegen een naheffingsaanslag winstbelasting. De naheffingsaanslag, opgelegd op 26 juni 2019, betrof een bedrag van NAf 6.000 met een verzuimboete van NAf 1.000. Belanghebbende heeft op 5 augustus 2019 beroep ingesteld, maar in plaats van bezwaar te maken bij de Inspecteur, wat vereist is volgens de Landsverordening op het beroep in belastingzaken, heeft hij direct beroep ingesteld bij het Gerecht. Het Gerecht heeft vastgesteld dat belanghebbende eerst bezwaar had moeten maken tegen de belastingaanslag voordat hij beroep kon instellen. Daarom heeft het Gerecht besloten de brief van belanghebbende door te zenden aan de Inspecteur om alsnog als bezwaarschrift te worden behandeld. Het Gerecht verklaarde het beroep kennelijk niet-ontvankelijk en gaf belanghebbende de mogelijkheid om binnen twee maanden na de uitspraak beroep in te stellen tegen de beslissing van de Inspecteur op het bezwaar. Deze uitspraak is gedaan door rechter A.J.H. van Suilen in aanwezigheid van griffier N.N. Noël - van der Biezen BSc.

Uitspraak

Uitspraak van 6 mei 2020
BBZ nr. CUR201903422
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURACAO
UITSPRAAK
Op het beroep in de zin van de
Landsverordening beroep in belastingzaken van:
[Belanghebbende], gevestigd te Curaçao,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN,zetelend in Curaçao,
de Inspecteur.

1.HET PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende is op 26 juni 2019 een naheffingsaanslag winstbelasting over het jaar 2017 opgelegd ten bedrage van NAf 6.000. Daarbij is een verzuimboete van NAf 1.000 opgelegd.
1.2
Belanghebbende heeft daartegen bij brief van 5 augustus 2019, ingekomen bij het Gerecht op 18 september 2019, beroep ingesteld.

2.OVERWEGINGEN OMTRENT HET BEROEP

2.1
Ingevolge artikel 7a, letter b Landsverordening op het beroep in belastingzaken kan het Gerecht, totdat partijen zijn uitgenodigd voor de behandeling van de zaak, onmiddellijk uitspraak doen indien het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Het Gerecht ziet in dit geval daartoe aanleiding.
2.2
In artikel 29, lid 1 Algemene landsverordening Landsbelastingen (hierna: ALL) is bepaald dat degene die bezwaar heeft tegen een hem opgelegde belastingaanslag, binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet een gemotiveerd bewaarschrift kan indienen bij de Inspecteur.
2.3
In artikel 31, lid 1 ALL is bepaald dat degene die bezwaar heeft tegen een door de Inspecteur gedane uitspraak op zijn bezwaarschrift, binnen twee maanden na de dagtekening van de uitspraak een beroepschrift kan indienen bij het Gerecht.
2.4
In plaats van bezwaar te maken bij de Inspecteur heeft belanghebbende beroep ingesteld bij het Gerecht. Voordat belanghebbende echter beroep kan instellen, dient hij – gelet op de artikelen 29 en 31 ALL – eerst bezwaar te maken tegen de belastingaanslag.
2.5
Daarom zal het Gerecht de brief van belanghebbende van 5 augustus 2019 met bijlage doorzenden aan de Inspecteur om alsnog als bezwaarschrift te worden behandeld.
2.6
Tegen de door de Inspecteur te nemen uitspraak op het bezwaar kan belanghebbende binnen twee maanden na dagtekening een beroepschrift indienen. Als de Inspecteur niet uiterlijk 18 juni 2020 uitspraak op het bezwaar heeft gedaan, kan belanghebbende tot 18 juni 2021 beroep instellen bij het Gerecht tegen het niet tijdig doen van een uitspraak op het bezwaar.

3.BESLISSING

Het Gerecht:
  • verklaart het beroep kennelijk niet-ontvankelijk;
  • draagt de Griffier op de brief van belanghebbende van 5 augustus 2019 met bijlage door te zenden aan de Inspecteur om als bezwaarschrift te worden behandeld.
Deze uitspraak is vastgesteld door mr. A.J.H. van Suilen, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier N.N. Noël - van der Biezen BSc, en uitgesproken op 6 mei 2020.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op …………………… aan partijen verzonden.
VERZET
Tegen deze onmiddellijke uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum schriftelijk verzet doen bij:
Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (belastingkamer)
Wilhelminaplein 4
Willemstad
Curaçao
Is het Gerecht van oordeel dat het verzet gegrond is, dan vervalt deze uitspraak en wordt de zaak alsnog in behandeling genomen.
U wordt verzocht bij het indienen van het verzetschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het verzetschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het verzetschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het verzet).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende verzetschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gerecht in eerste aanleg:
belastinggriffieCUR@caribjustitia.org.
Voor het doen van verzet is geen griffierecht verschuldigd.