Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
belastinggriffie@caribjustitia.org.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 9 april 2019 uitspraak gedaan in een beroep tegen een naheffingsaanslag winstbelasting en een verzuimboete. De belanghebbende, een onderneming gevestigd in Curaçao, had op 29 juni 2017 een naheffingsaanslag van NAf 6.000 opgelegd gekregen, alsook een verzuimboete van NAf 1.000 wegens het niet tijdig indienen van de aangifte voor de winstbelasting over het jaar 2015. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de Inspecteur handhaafde de aanslag en de boete in zijn uitspraak op bezwaar van 21 december 2017. Hierop heeft de belanghebbende op 15 februari 2018 beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 29 maart 2019 heeft de belanghebbende, vertegenwoordigd door haar aandeelhouder en bestuurder, haar standpunt toegelicht. De Inspecteur was ook aanwezig en heeft een verweerschrift ingediend. De kern van het geschil was of de naheffingsaanslag en de verzuimboete terecht waren opgelegd. Het Gerecht oordeelde dat de belanghebbende niet tijdig een volledige aangifte had gedaan, omdat zij geen jaarrekening had bijgevoegd, wat vereist was voor de aangifte. De Inspecteur had terecht de verzuimboete opgelegd, aangezien dit een derde verzuim betrof.
Het Gerecht verklaarde het beroep inzake de naheffingsaanslag gegrond, maar het beroep inzake de verzuimboete ongegrond. De uitspraak op bezwaar inzake de naheffingsaanslag werd vernietigd, evenals de naheffingsaanslag zelf. De Inspecteur werd opgedragen het betaalde griffierecht van NAf 150 aan de belanghebbende te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. dr. A.J.H. van Suilen, rechter, in aanwezigheid van de griffier N.N. Noël – van der Biezen BSc.