Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
belastinggriffie@caribjustitia.org.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 8 februari 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen N.V., gevestigd te Curaçao, en de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende, N.V., had verzuimboetes opgelegd gekregen voor de jaren 2011, 2012 en 2015 vanwege het niet tijdig indienen van de aangifte winstbelasting. De verzuimboete voor het jaar 2015 bedroeg NAf 1.000, welke was opgelegd na een naheffingsaanslag van nihil. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze verzuimboete, maar de Inspecteur handhaafde deze bij uitspraak op bezwaar. Hierop heeft de belanghebbende beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 30 januari 2019, waar niemand namens de belanghebbende verscheen, heeft de Inspecteur zijn standpunt toegelicht. De belanghebbende had verzocht om uitstel voor het indienen van de aangifte, wat was verleend tot 1 januari 2017. Echter, de definitieve aangifte werd pas op 20 april 2017 ingediend, wat buiten de gestelde termijn viel. Het Gerecht overwoog dat de verzuimboete terecht was opgelegd, aangezien de belanghebbende niet tijdig aangifte had gedaan, ondanks het feit dat er voor het jaar 2015 geen winst was gemaakt.
Het Gerecht concludeerde dat de opgelegde boete van NAf 1.000 passend was, gezien het boetebeleid van de Inspecteur, dat bij een derde verzuim een boete van dit bedrag voorschrijft. De uitspraak eindigde met de beslissing dat het beroep ongegrond werd verklaard, zonder aanleiding voor vergoeding van proceskosten of griffierecht.