Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL EN STANDPUNTEN PARTIJEN
4.OVERWEGINGEN
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
belastinggriffie@caribjustitia.org.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft de Inspecteur begin 2017 een aangiftebiljet winstbelasting 2015 uitgereikt aan belanghebbende zonder een termijn te stellen voor het indienen van dit biljet. Hierdoor kon belanghebbende niet in verzuim zijn voor het niet tijdig indienen van de aangifte. Op 29 juni 2017 heeft de Inspecteur een naheffingsaanslag winstbelasting van NAf 6.000 opgelegd, vergezeld van een verzuimboete van NAf 300. Belanghebbende heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar de Inspecteur handhaafde de aanslag en de boete bij uitspraak van 21 december 2017. Belanghebbende heeft vervolgens op 16 februari 2018 beroep ingesteld tegen deze uitspraak, waarbij griffierecht van NAf 150 is betaald. De zitting vond plaats op 29 maart 2019, waar belanghebbende werd vertegenwoordigd door haar bestuurder en de Inspecteur door een vertegenwoordiger.
In het geschil is de rechtmatigheid van de naheffingsaanslag en de verzuimboete aan de orde. Belanghebbende verzocht om vernietiging van beide, terwijl de Inspecteur de naheffingsaanslag wilde handhaven maar de verzuimboete wilde laten vervallen. Het Gerecht oordeelde dat de naheffingsaanslag terecht moest worden vernietigd, omdat er geen termijn was gesteld voor het indienen van de aangifte. Dit leidde tot de conclusie dat er geen verzuim was en dat de verzuimboete ook vernietigd moest worden. Het Gerecht wees erop dat er geen proceskostenvergoeding werd toegekend, omdat belanghebbende op eigen naam proceshandelingen had verricht. Wel moest de Inspecteur het betaalde griffierecht van NAf 50 vergoeden aan belanghebbende.