ECLI:NL:OGEAC:2019:68

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
4 april 2019
Publicatiedatum
15 april 2019
Zaaknummer
CUR201800485
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen naheffingsaanslag winstbelasting en verzuimboete

In deze zaak heeft de Inspecteur begin 2017 een aangiftebiljet winstbelasting 2015 uitgereikt aan belanghebbende zonder een termijn te stellen voor het indienen van dit biljet. Hierdoor kon belanghebbende niet in verzuim zijn voor het niet tijdig indienen van de aangifte. Op 29 juni 2017 heeft de Inspecteur een naheffingsaanslag winstbelasting van NAf 6.000 opgelegd, vergezeld van een verzuimboete van NAf 300. Belanghebbende heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar de Inspecteur handhaafde de aanslag en de boete bij uitspraak van 21 december 2017. Belanghebbende heeft vervolgens op 16 februari 2018 beroep ingesteld tegen deze uitspraak, waarbij griffierecht van NAf 150 is betaald. De zitting vond plaats op 29 maart 2019, waar belanghebbende werd vertegenwoordigd door haar bestuurder en de Inspecteur door een vertegenwoordiger.

In het geschil is de rechtmatigheid van de naheffingsaanslag en de verzuimboete aan de orde. Belanghebbende verzocht om vernietiging van beide, terwijl de Inspecteur de naheffingsaanslag wilde handhaven maar de verzuimboete wilde laten vervallen. Het Gerecht oordeelde dat de naheffingsaanslag terecht moest worden vernietigd, omdat er geen termijn was gesteld voor het indienen van de aangifte. Dit leidde tot de conclusie dat er geen verzuim was en dat de verzuimboete ook vernietigd moest worden. Het Gerecht wees erop dat er geen proceskostenvergoeding werd toegekend, omdat belanghebbende op eigen naam proceshandelingen had verricht. Wel moest de Inspecteur het betaalde griffierecht van NAf 50 vergoeden aan belanghebbende.

Uitspraak

Uitspraak van 4 april 2019
BBZ nr. CUR201800485
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:
[Belanghebbende], gevestigd te Curaçao,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende is op 29 juni 2017 een naheffingsaanslag winstbelasting over het jaar 2015 opgelegd van NAf 6.000. Daarbij is een verzuimboete opgelegd van NAf 300 vanwege het niet tijdig doen van aangifte.
1.2
Belanghebbende heeft op 29 juni 2017 daartegen bezwaar gemaakt.
1.3
De Inspecteur heeft bij uitspraak van 21 december 2017 de naheffingsaanslag en de verzuimboete gehandhaafd.
1.4
Belanghebbende heeft op 16 februari 2018 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar. Daarbij is NAf 150 aan griffierecht betaald.
1.5
De Inspecteur heeft op 18 maart 2019 een verweerschrift ingediend.
1.6
De zitting heeft plaatsgevonden op 29 maart 2019 te Willemstad. Namens belanghebbende is verschenen haar enig bestuurder [ A ]. Namens de Inspecteur is verschenen [ B ].

2.FEITEN

2.1
Belanghebbende is eind 2014 opgericht. Begin 2017 is aan belanghebbende een aangiftebiljet winstbelasting voor het jaar 2015 uitgereikt. De Inspecteur heeft daarbij geen termijn gesteld waarbinnen aangifte winstbelasting 2015 moet worden gedaan.
2.2
De Inspecteur heeft op 29 juni 2017 de aanslag winstbelasting 2015 opgelegd, alsmede een verzuimboete van NAf 300 vanwege het niet tijdig doen van aangifte.
2.3
Belanghebbende heeft pas in de beroepsfase op 19 februari 2019 het aangiftebiljet winstbelasting 2015 ingediend. Daarbij is een winst van nihil aangegeven.

3.GESCHIL EN STANDPUNTEN PARTIJEN

3.1
In geschil is of de naheffingsaanslag en de verzuimboete terecht en tot een juist bedrag zijn opgelegd.
3.2
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de naheffingsaanslag en de verzuimboete. De Inspecteur concludeert ook tot vernietiging van de naheffingsaanslag, maar tot handhaving van de verzuimboete.
3.3
Nu tussen partijen niet langer in geschil is dat de naheffingsaanslag moet worden vernietigd, zal het Gerecht partijen daarin volgen. De naheffingsaanslag dient te worden vernietigd. Reeds daarom is het beroep gegrond.

4.OVERWEGINGEN

4.1
Bij het niet of niet tijdig doen van aangifte, kan slechts sprake zijn van een verzuim, indien belanghebbende de aangifte niet binnen een door de inspecteur gestelde termijn heeft gedaan.
4.2
De Inspecteur heeft begin 2017 een aangiftebiljet uitgereikt zonder daarbij een termijn te stellen voor het indienen van dit biljet. Reeds daarom kan geen sprake zijn van het niet tijdig indienen van een aangifte. Van een verzuim is derhalve geen sprake. De verzuimboete dient te worden vernietigd.

5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT

5.1
Het Gerecht ziet geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten, nu niet is gebleken van kosten die voor vergoeding in aanmerking komen. Belanghebbende heeft op eigen naam proceshandelingen verricht en deze komen niet voor vergoeding in aanmerking.
5.2
De Inspecteur dient wel op grond van artikel 18, lid 5 LBB het betaalde griffierecht van NAf 50 aan belanghebbende te vergoeden.

6.DE BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vernietigt de naheffingsaanslag winstbelasting 2015;
- vernietigt de verzuimboete;
- draagt de Inspecteur op het door belanghebbende betaalde griffierecht van NAf 50 te vergoeden.
Deze uitspraak is gegeven door mr. dr. A.J.H. van Suilen, rechter, en uitgesproken op 4 april 2019, in tegenwoordigheid van de griffier N.N. Noël – van der Biezen BSc.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
Wilhelminaplein 4
Willemstad
Curaçao
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffie@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
- natuurlijke personen: NAf. 200
- personenvennootschappen en rechtspersonen: NAf. 500