Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
1.[EISERES 1],
[EISERES 2],
1.Het procesverloop
2.De feiten
.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak hebben [eiseres 1] en [eiseres 2], beiden wonende in Curaçao, een vordering ingesteld tegen het Land Curaçao. De eisers zijn met vervroegd pensioen gegaan en ontvangen sindsdien een VUT-uitkering. Met de wijziging van de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering (Laov) en de Pensioenlandsverordening overheidsdienaren (Plvo) is de pensioengerechtigde leeftijd verhoogd van 60 naar 65 jaar. De eisers behoren niet tot de categorieën die in aanmerking komen voor compensatie op basis van de overgangswetgeving. Ze hebben het Land aansprakelijk gesteld voor de schade die zij lijden door deze wijziging en hebben een civiele procedure aangespannen. Het Land heeft verweer gevoerd en geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van de eisers, stellende dat hun bezwaren ook in een bestuursrechtelijke procedure aan de orde kunnen worden gesteld. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de eisers niet-ontvankelijk zijn in hun vorderingen, omdat zij hun bezwaren tegen de overgangswetgeving in een bestuursrechtelijke procedure moeten aanvoeren. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.