Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De vaststaande feiten
“Pawn”formulieren is er voor de lening van 1 oktober 2012 een rente van 6% verschuldigd en is eiseres een
“Finance Charge”van NAf. 127,20 verschuldigd. Voor de leningen van 30 oktober 2012 gaat het om een rente van 6% en een
“Finance Charge”van NAf. 114,48. Voor de leningen van 24 januari 2013 gaat het om een rente van 7% en een
“Finance Charge”van NAf 76,06.
3.De vorderingen en de verweren
4.De argumenten van partijen
5.De beoordeling
per maandgelden. Dat zal het Gerecht dus ook doen, alhoewel dat niet in de
Pawnformulieren staat. Letterlijke lezing leidt namelijk tot de conclusie dat het om een rentepercentage per drie maanden gaat. Gedaagde brengt dus rentepercentages van 72% (12 x 6%) respectievelijk 84% (12 x 7%) per jaar in rekening. Uit haar stellingen volgt dat zij ingaande mei 2017 maximaal 27% rente per jaar in rekening mag brengen, maar het Gerecht mist een specificatie van de rentebedragen die op grond van dit nieuwe tarief door eiseres verschuldigd zijn.
6.De beslissing
maandag 24 september 2018voor akte van beide partijen (P1),