Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL EN STANDPUNTEN PARTIJEN
4.BEOORDELING VAN HET BEROEP
Vertrouwensbeginsel
5.PROCESKOSTENVERGOEDING EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Op 2 juli 2018 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in de zaken CUR201700328 en CUR201700329, waarbij het beroep van X N.V. tegen de naheffingsaanslagen en vergrijpboetes is behandeld. De belanghebbende, X N.V., had bezwaar gemaakt tegen naheffingsaanslagen in de winstbelasting voor de jaren 2000 en 2001, opgelegd door de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende stelde dat de redelijke termijn voor de behandeling van haar bezwaren was overschreden, wat volgens haar zou moeten leiden tot vernietiging van de naheffingsaanslagen en vermindering van de vergrijpboetes. De Inspecteur handhaafde de naheffingsaanslagen en vergrijpboetes, maar het Gerecht oordeelde dat de redelijke termijn inderdaad was overschreden. Hoewel de overschrijding niet leidde tot vernietiging van de naheffingsaanslagen, werd de vergrijpboete voor de jaren 2000 en 2001 met 20% verminderd. Het Gerecht concludeerde dat de naheffingsaanslagen ongegrond waren, maar dat de vergrijpboetes gegrond waren, en bepaalde dat de Inspecteur de proceskosten van de belanghebbende moest vergoeden. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een tijdige behandeling van belastingzaken en de gevolgen van overschrijding van de redelijke termijn voor de opgelegde boetes.