Uitspraak
1.1. Het procesverloop
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
decent profitonmogelijk is gebleken. Het Land heeft hiermee gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 1 Eerste Protocol (hierna: EP) bij het EVRM. Ook heeft het Land verwijtbaar gehandeld doordat het erop uit was Taams te laten doodbloeden ten gunste van het algemene ziekenhuis SEHOS. Het onrechtmatige handelen geldt niet alleen jegens Taams, maar ook jegens TGH, nu als gevolg van het handelen van het Land de waarde van het aandelenvermogen van TGH is verdampt, aldus Libi.
possession). Zo ja, dan moet worden beoordeeld of sprake is van een inmenging (
interference) in dit eigendomsrecht. Ten slotte is aan de orde de vraag of deze inmenging gerechtvaardigd kan worden in het kader van het algemeen belang, waarbij sprake dient te zijn van een
fair balance. Dat wil zeggen dat de mate waarin iemand in zijn eigendomsgenot wordt gestoord in een proportionele verhouding moet staan tot hetgeen met de inbreuk makende handeling is beoogd ter voorbereiding van het algemene belang.
fair balanceis vooral van belang dat de inmenging niet mag resulteren in een
individual and excessive burden. Er moet dus sprake zijn van een redelijke mate van evenredigheid tussen de gebruikte middelen en het doel dat wordt nagestreefd. Hierbij geldt dat aan de overheid een ruime beoordelingsvrijheid toekomt. Dat geldt zeker als aan de zijde van degene wiens eigendomsrecht in het geding is belangen van financiële aard aan de orde zijn (zoals hier) en niet belangen gemoeid met de menselijke waardigheid, zoals bij het recht op leven.
decent profitte realiseren om niet in strijd met artikel 1 EP te handelen. Een dergelijke regel kan niet uit de rechtspraak van het EHRM worden afgeleid (zie HR 26 januari 2018, ECLI:NL:HR:2018:110, met verwijzing naar rechtspraak van het EHRM). Van belang zijn steeds alle omstandigheden van het geval. Behalve de maximale hoogte van de tarieven (waarop de inmenging in het eigendomsrecht specifiek betrekking heeft), valt in dat verband ook te denken aan de maatregelen die Taams zelf heeft genomen om de kosten te drukken (dat is immers van belang voor het al dan niet kostendekkend zijn van de tarieven) en de mate waarin de overheid Taams uiteindelijk feitelijk heeft gefinancierd. Het gerecht is van oordeel dat Taams hieromtrent onvoldoende concrete feiten naar voren heeft gebracht. Zij is ter comparitie wel ingegaan op door haar gepleegde investeringen, maar niet (concreet) op de wijze waarop zij heeft geprobeerd haar exploitatiekosten naar beneden te brengen, terwijl het verweer van het Land bij conclusie van antwoord daartoe wel aanleiding gaf. Verder is in dit verband van belang dat, zoals vast staat, de SVB in 2013 en 2014 bijdragen tot in totaal NAf 3 miljoen aan Taams heeft verstrekt.
fair balance. De vorderingen van Taams gebaseerd op artikel 1 EP zijn daarom niet toewijsbaar.