Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.BEOORDELING VAN HET BEROEP
Ontvankelijkheid bezwaar 2009
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan op het beroep van een belanghebbende tegen de uitspraken van de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende heeft geen aangiften ingediend voor de jaren 2009 en 2010, en heeft aangevoerd dat hij in 2006 vanuit Nederland naar Curaçao is verhuisd en sindsdien meerdere keren van adres is veranderd. Hij heeft deze wijzigingen wel doorgegeven aan het bevolkingsregister, maar niet aan de belastinginspectie, waardoor hij geen aangiftebiljetten heeft ontvangen. Het Gerecht oordeelt dat, omdat de belanghebbende regelmatig is uitgenodigd om aangiften te doen en deze niet heeft gedaan, de bewijslast voor hem is omgekeerd en verzwaard.
De Inspecteur had aanslagen opgelegd voor de jaren 2009 en 2010, waartegen de belanghebbende bezwaar heeft gemaakt. Het bezwaar tegen de aanslag over 2009 werd niet-ontvankelijk verklaard vanwege termijnoverschrijding, maar het Gerecht oordeelt dat het bezwaar terecht is ingediend binnen de redelijke termijn, omdat de belanghebbende pas in december 2015 op de hoogte was van de aanslag.
Het Gerecht concludeert dat de Inspecteur de aanslagen niet naar willekeur mag vaststellen en dat de schatting van het inkomen redelijk moet zijn. De belanghebbende heeft niet overtuigend aangetoond dat hij geen inkomen heeft genoten, en de aanslagen worden gehandhaafd, met enkele verminderingen. De belanghebbende krijgt proceskosten vergoed en het griffierecht wordt terugbetaald.