Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL EN STANDPUNTEN PARTIJEN
4.BEOORDELING VAN HET BEROEP
Navorderingsaanslag 2008 I
5.PROCESKOSTENVERGOEDING EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan over de navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting van belanghebbende, X, voor de jaren 2008 en 2010. De Inspecteur had navorderingsaanslagen opgelegd, waarbij hij stelde dat de belastingplichtige niet kon vertrouwen op de juistheid van de eerder opgelegde aanslagen. Het Gerecht oordeelde dat de Inspecteur niet bevoegd was om de navorderingsaanslag 2008 I op te leggen, omdat er geen nieuw feit was dat navordering rechtvaardigde. De Inspecteur had betoogd dat de belastingplichtige beter had moeten weten, maar het Gerecht stelde dat het niet aan de belastingrechter is om de navorderingsmogelijkheden te verruimen; dit is een taak voor de wetgever. De navorderingsaanslag 2008 II werd verminderd tot een belastbaar inkomen van Naf. 552.482, waarbij een deel als verkapte dividenduitkering werd belast. De navorderingsaanslag 2010 bleef in stand, omdat de belastingplichtige niet kon aantonen dat hij geen rentebate had genoten. Het Gerecht verklaarde het beroep inzake de navorderingsaanslagen 2008 I en II gegrond, en het beroep inzake navorderingsaanslag 2010 ongegrond. Tevens werd de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende.