Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA zittingsplaats Bonaire
VONNIS
[EISER],
[GEDAAGDE],
Het procesverloop
- het verzoekschrift, ingekomen op 8 juni 2020,
- het verweerschrift van 23 september 2020,
- de op 19 oktober 2020 van de zijde van [eiser] overgelegde productie 9,
- de comparitie van partijen, gehouden op 26 november 2020, waarbij partijen met hun gemachtigden zijn verschenen.
De feiten
Het geschil
- te verklaren dat de tussen [eiser] en [gedaagde] gesloten overeenkomsten van geldlening (partieel, daar waar deze zien op de (woeker)rente en de administratieve boete) nietig zijn, zijnde in strijd met de goede zeden;
- partijen te gebieden tot nieuwe betalingsafspraken te komen met betrekking tot de afbetaling van de geldsom van USD 8.350,-;
- [Eiser] te gebieden de conservatoire beslagen op te heffen.
De beoordeling
Tot de rechterlijke taak behoort de beoordeling of in dit concrete geval sprake is van strijd met de openbare orde en/of de goede zeden. [1]