Uitspraak
ISLAND FINANCE ARUBA N.V.,
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vorderde Island Finance Aruba N.V. (hierna: IFA) betaling van een bedrag van Afl. 14.972,41 van de gedaagde, die in persoon procedeerde. De vordering was gebaseerd op een overeenkomst van verbruikleen die op 6 december 2018 was gesloten, waarbij IFA een bedrag van Afl. 16.534,66 aan de gedaagde had verstrekt. De gedaagde was in gebreke gebleven met de terugbetaling van de lening, wat leidde tot de eis van IFA om het restant van de lening eerder op te eisen. De gedaagde voerde aan dat hij door de pandemie zijn baan was kwijtgeraakt en dat hij niet in staat was om te betalen, maar IFA stelde dat de gedaagde niet had meegewerkt aan een oplossing en dat de rente correct was berekend volgens de geldende regelgeving.
De rechter oordeelde dat de gedaagde, ondanks zijn financiële problemen, niet werd ontslagen van zijn betalingsverplichtingen. De gevorderde hoofdsom werd toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente, maar de gevorderde boeterente werd afgewezen omdat deze in strijd was met eerdere jurisprudentie. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten, die gematigd werden tot Afl. 1.500,00. Het vonnis werd uitgesproken op 14 februari 2024.