Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.BEOORDELING VAN HET BEROEP
Wettelijk kader
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 18 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de Inspecteur der Invoerrechten en Accijnzen. De belanghebbende had in 2020 een verzoek ingediend voor de verhuisboedelvrijstelling, welke door de Inspecteur was afgewezen. De belanghebbende stelde dat zij in 2018 haar normale woonplaats naar Aruba had verplaatst, maar het Gerecht oordeelde dat zij niet aannemelijk had gemaakt dat de goederen vanwege de coronacrisis niet binnen de gestelde termijn van twaalf maanden naar Aruba konden worden overgebracht. Het Gerecht concludeerde dat de Inspecteur de verhuisboedelvrijstelling terecht had geweigerd, omdat de belanghebbende niet voldeed aan de eisen die aan deze vrijstelling zijn verbonden. Daarnaast werd ook de waarde van de ingevoerde goederen door de Inspecteur correct vastgesteld op basis van de 'normale prijs', zoals vermeld in de Landsverordening in-, uit- en doorvoer. Het Gerecht verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond en oordeelde dat de Inspecteur in zijn handelen niet onredelijk was geweest. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor belanghebbenden om aan de vereisten voor de verhuisboedelvrijstelling te voldoen en de bewijslast die op hen rust.