ECLI:NL:OGEAA:2021:467

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
5 oktober 2021
Publicatiedatum
20 oktober 2021
Zaaknummer
AUA202101658
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging gezamenlijk gezag en toekenning eenhoofdig gezag aan vader met omgangsregeling voor moeder en aanhouding kinderalimentatie

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 5 oktober 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot beëindiging van het gezamenlijk gezag van de ouders over hun minderjarige kinderen. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. N.S. Gravenstijn, verzocht om het gezamenlijk gezag te beëindigen en hem alleen met het gezag te belasten. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.M. Malmberg, was het hier niet mee eens. De procedure volgde op een rapport van de Voogdijraad, waarin werd geadviseerd om het gezag aan de vader toe te kennen, gezien de zorgen over de opvoedingscapaciteiten van de moeder en de impact daarvan op de kinderen.

De rechter heeft vastgesteld dat de moeder onvoldoende inzicht heeft in haar eigen handelen en dat zij de kinderen betrekt bij de problemen tussen de ouders, wat leidt tot een loyaliteitsconflict. De vader heeft daarentegen aangetoond dat hij in staat is om de zorg voor de kinderen op zich te nemen. Het gerecht heeft daarom besloten dat het in het belang van de minderjarigen is dat de vader voortaan alleen het gezag uitoefent.

Daarnaast is het hoofdverblijf van de kinderen bij de vader vastgesteld, aangezien zij daar sinds 2019 wonen en daar stabiliteit ervaren. De omgangsregeling tussen de moeder en de kinderen is vastgesteld, waarbij de kinderen van vrijdag na school tot zaterdag 18:00 bij de moeder kunnen zijn. De beslissing over de kinderalimentatie is aangehouden, zodat partijen de gelegenheid krijgen om relevante financiële informatie in te dienen. De zaak zal op een later moment worden voortgezet voor verdere behandeling van de alimentatiekwestie.

Uitspraak

Beschikking van 5 oktober 2021
Behorend bij EJ nr. AUA202001658
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
van het verzoek van
[verzoeker],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna: de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn,
tegen
[verweerster],
wonende in Aruba,
VERWEERSTER, hierna: de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. M.M. Malmberg.
Belanghebbenden:
[naam minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] in Aruba,
[naam minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] in Aruba,
[naam minderjarige 3], geboren op [geboortedatum] in Aruba,
hierna samen aan te duiden als de minderjarigen.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het eerdere verloop van de procedure blijkt uit het proces-verbaal van 8 december 2020, waarbij de Voogdijraad is verzocht om onderzoek te verrichten naar de vraag of de minderjarigen klem of verloren zouden raken indien de ouders het gezamenlijk gezag blijven uitoefenen, en zo ja, welke ouder voortaan alleen met het gezag dient te worden belast en naar de vraag op welke wijze invulling dient te worden gegeven aan het omgangsrecht van de ouders.
1.2
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • het rapport van de Voogdijraad van 27 mei 2021,
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 29 juni 2021, in aanwezigheid van partijen bijgestaan door hun gemachtigden voornoemd en de raadsonderzoeker van de Voogdijraad mevrouw [naam raadsonderzoeker].
1.3
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

Gezag

2.1
Aan de orde is ten eerste het verzoek van de vader tot het beëindigen van het gezamenlijk ouderlijk gezag en hem voortaan alleen te belasten met het ouderlijk gezag.
2.2
Het ouderlijk gezag omvat op grond van artikel 1:247 BW de plicht en het recht van de ouder zijn minderjarig kind te verzorgen en op te voeden. Onder verzorging en opvoeding worden mede verstaan de zorg en de verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn van het kind, en het bevorderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid. Het ouderlijk gezag brengt een aantal bevoegdheden met zich die nodig zijn voor de in voormeld kader te nemen beslissingen, waarbij gedacht moet worden aan zaken als de schoolkeuze, medische behandelingen of levensbeschouwelijke aangelegenheden.
In geval van gezamenlijk gezag dienen dergelijke beslissingen tezamen met de andere gezaghebbende ouder te worden genomen. Voor het uitoefenen van gezamenlijk gezag is dan ook vereist, dat de ouders in feite in staat zijn tot een behoorlijke gezagsuitoefening en dat zij beslissingen van enig belang over hun kind in gezamenlijk overleg kunnen nemen, althans tenminste in staat zijn vooraf afspraken te maken over situaties die zich rond het kind kunnen voordoen en wel zodanig dat het kind niet klem of verloren zal raken tussen de ouders.
2.3.1
In het rapport van de Voogdijraad staat dat de moeder geen inzicht heeft in haar handelen en geen oog heeft voor de behoeftes van de minderjarigen. Zij ondervraagt de minderjarigen en betrekt hen bij de problemen tussen de ouders. Daarnaast wil moeder paspoorten van de minderjarigen niet aan vader overhandigen door haar ongegronde vrees dat vader met de minderjarigen naar het buitenland zou migreren. Door de gezondheidsbeperkingen van moeder kan ze de opvoeding en verzorging van de minderjarigen niet naar behoren uitoefenen en belemmert zij de vader met het uitoefenen van het ouderlijk gezag. De Voogdijraad adviseert om vader met het eenhoofdig gezag te belasten en het hoofdverblijf van de minderjarigen bij hem te bepalen, waar de minderjarigen vanaf 2019 wonen.
2.3.2
Uit de stukken en het gestelde ter terechtzitting is onvoldoende gebleken dat de vader nu nog steeds psychische problemen zou hebben. Wel duidelijk is dat moeder geen inzicht heeft in haar eigen handelen en onvoldoende oog heeft voor de behoeftes van de minderjarigen. Door de gezondheidstoestand en de beperkingen daardoor van moeder, kan ze de verzorging en opvoeding van de minderjarigen niet naar behoren uitoefenen. Hierdoor hebben de ouders constant discussies omtrent school, over de behandeling van een van de minderjarigen in verband met diens ADHD-stoornis en worden de kinderen voortdurend door moeder betrokken bij de problemen tussen de ouders. Daardoor bevinden de minderjarigen zich voortdurend in een loyaliteitsconflict. Daarmee is voldoende duidelijk dat in dit geval een onaanvaardbaar risico voor de minderjarigen bestaat dat zij hierdoor klem of verloren zouden raken tussen de ouders, indien zij het gezag gezamenlijk blijven uitoefenen.
2.4
Gelet hierop is het gerecht van oordeel dat het in het belang van de minderjarigen wenselijk is dat het gezag over hen wordt gewijzigd, in die zin dat de vader voortaan het gezag over de minderjarigen alleen uitoefent.
Hoofdverblijf
2.5
De Voogdijraad heeft in haar rapport geadviseerd om het hoofdverblijf van de minderjarigen bij de vader te bepalen, omdat de minderjarigen vanaf 2019 bij de vader wonen en daar stabiliteit en continuïteit hebben. Nu de vader onbetwist heeft gesteld dat de minderjarigen vanaf augustus 2019 bij hem wonen zal het verzoek om de hoofdverblijfplaats van de minderjarigen bij hem te bepalen worden toegewezen.
Omgang
2.6
Aan de orde is het verzoek van de vader om een omgangsregeling tussen de ouders en de minderjarigen vast te stellen.
2.7
De Voogdijraad heeft in haar rapport voorgesteld om de tijdelijke omgangsregeling van het weekend bij moeder te behouden, alhoewel vaak geen omgang was met moeder vanwege haar gezondheidstoestand. Het gerecht zal dienovereenkomstig beslissen.
Kinderalimentatie
2.8.1
Het verzoek is gebaseerd op artikel 1:401 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW). Ingevolge die bepaling kan een rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud, bij latere uitspraak worden gewijzigd of ingetrokken, indien zij nadien door wijziging van omstandigheden ophoudt aan de wettelijke maatstaven te voldoen of indien zij van de aanvang af niet aan de wettelijke maatstaven heeft beantwoord, doordat bij die uitspraak van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan.
2.8.2
Bij de beoordeling stelt het gerecht voorop dat ouders verplicht zijn te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen. Dit geschiedt naar draagkracht. Uitgangspunt is dat het bij de bepaling van de draagkracht van een onderhoudsplichtige niet alleen aankomt op het inkomen dat hij heeft, maar ook op het inkomen dat hij geacht kan worden redelijkerwijs in de naaste toekomst te verwerven. Vanwege de onderhoudsplicht jegens de kinderen dient de onderhoudsplichtige zich voorts te onthouden van gedragingen die er toe leiden dat hij zijn alimentatieverplichtingen niet meer kan nakomen. De onderhoudsplichtige dient dan ook de belangen van de kinderen in acht te nemen wanneer hij keuzes maakt die zijn draagkracht negatief kunnen beïnvloeden en derhalve tot gevolg kunnen hebben dat hij niet meer (volledig) aan zijn alimentatieverplichtingen kan voldoen.
2.8.3
Voorts neemt het gerecht het volgende in aanmerking. Nu het ouderlijk gezag is gewijzigd en het hoofdverblijfplaats van de minderjarigen is gewijzigd is het gerecht van oordeel dat er sprake is van wijziging van omstandigheden.
2.8.4
Het gerecht stelt dan ook vast dat die alimentatiebeschikking inmiddels is achterhaald en niet langer aan de wettelijke maatstaven voldoet. De aard van de alimentatiebeschikking op de voet van art. 1:401 lid 1 brengt mee dat de rechter, wanneer hij heeft vastgesteld dat een rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud door een wijziging van omstandigheden heeft opgehouden aan de wettelijke maatstaven te voldoen, geheel vrij is om met inachtneming van alle ten tijde van zijn beslissing bestaande relevante omstandigheden en zonder door de aldus achterhaalde uitspraak in zijn vrijheid te worden beperkt, die uitspraak te wijzigen dan wel in te trekken (vgl. HR d.d. 4 februari 2000; ECLI:NL:HR:2000:AA4724).
2.8.5
Het gerecht zal gelet hierop een gewijzigde beslissing voor de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding dienen vast te stellen. Het gerecht zal partijen daarom in de gelegenheid stellen om op de hieronder te vermelden zitting een recentere
overzicht van de behoeften van de minderjarigenen een recentere
overzicht van hun inkomsten en uitgavenonderbouwd met de volgende stukken bij het gerecht in te dienen en aan de wederpartij te doen toekomen: bewijsstukken van de kosten van de minderjarige, bewijsstukken van de inkomsten (van een werknemer: de loonopgaven en/of uitkeringsspecificaties over de laatste zes maanden of van een zelfstandige: de laatste drie vastgestelde jaarrekeningen en over de tijd daarna de voorlopige cijfers, ook tussentijdse), bewijsstukken van de woonlasten, bewijsstukken van de eventuele schulden op opgave van de restantschulden en restantlooptijd, alsmede opgave wanneer en waarvoor de schuld is aangegaan, bewijsstukken van eventuele andere bijzondere kosten. De behandeling van het verzoek zal op een nader te bepalen datum worden voortgezet.
2.9
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.De beslissing

Het gerecht:
beëindigt het gezamenlijk gezag van de ouders, [verzoeker] en [verweerster], over de minderjarigen:
[naam minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] in Aruba,
[naam minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] in Aruba, en
[naam minderjarige 3], geboren op [geboortedatum] in Aruba,
bepaalt dat de vader voortaan alleen het gezag toekomt over voornoemde minderjarigen,
bepaalt het hoofdverblijf van de minderjarige bij de vader;
bepaalt de omgangsregeling tussen de moeder en de minderjarigen als volgt:
- van vrijdag na school tot en met zaterdag 18:00;
verwijst de zaak naar de zitting van dinsdag,
19 oktober 2021 om 8.30 uur, voor het indienen van de in overweging 2.8.5 genoemde stukken,
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M.J. Keltjens, rechter in dit gerecht, ter terechtzitting van dinsdag 5 oktober 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 5 oktober 2021
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: EJ nr. AUA202101658
Inhoudsindicatie: beëindiging gezamenlijk gezag en toekenning eenhoofdig gezag aan vader, omgang moeder; kinderalimentatie aangehouden
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: Civiel, familierecht
Rechter: mr. J.M.J. Keltjens
Bijzondere kenmerken: