ECLI:NL:OGEAA:2021:403
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- N.K. Engelbrecht
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor verhuizing met minderjarige naar Nederland
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de moeder in kort geding verzocht om vervangende toestemming om met haar minderjarige zoon naar Nederland te verhuizen. De moeder en de vader zijn gescheiden en hebben samen twee kinderen, een dochter en een zoon. De dochter heeft speciale zorg nodig vanwege haar slechthorendheid en het Coffin Siris Syndroom, en de moeder is van mening dat zij in Nederland betere zorg kan krijgen. De vader heeft toestemming gegeven voor de verhuizing van de dochter, maar weigert toestemming voor de zoon, uit vrees dat hij het contact met zijn kinderen verliest.
De rechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig afgewogen. De moeder heeft aangetoond dat zij voldoende voorbereidingen heeft getroffen voor de verhuizing, waaronder het regelen van school en tijdelijke huisvesting in Nederland. De vader heeft daarentegen betoogd dat de verhuizing niet in het belang van de zoon is, omdat hij geworteld is in Aruba en daar zijn sociale leven heeft. De rechter heeft echter geconcludeerd dat het in het belang van de zoon is om met zijn moeder en zus naar Nederland te verhuizen, vooral gezien de gedragsproblemen van de zoon die mogelijk voortkomen uit de conflicten tussen de ouders.
De rechter heeft de vordering van de moeder toegewezen en haar toestemming verleend om met de zoon naar Nederland te verhuizen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan op 21 juli 2021 door mr. N.K. Engelbrecht.