Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2012
3.GESCHIL EN STANDPUNTEN PARTIJEN
4.BEOORDELING VAN HET BEROEP
Vooraf: beroep niet tijdig beslissen (2012)
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.BESLISSING
.
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 9 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende, directeur en grootaandeelhouder van een N.V., en de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen aanslagen inkomstenbelasting en premies AOV/AWW en AZV voor de jaren 2012 tot en met 2014. De Inspecteur had de aanslagen opgelegd op basis van de door belanghebbende ingediende aangiften, waarin zij directeursvergoedingen had aangegeven. De belanghebbende stelde echter dat zij in die jaren geen vergoedingen had ontvangen en dat de aangiften onjuist waren ingevuld door persoonlijke omstandigheden.
Het Gerecht oordeelde dat de belanghebbende aannemelijk had gemaakt dat zij in de jaren 2012 tot en met 2014 geen vergoedingen had ontvangen. De Inspecteur had primair gesteld dat de belanghebbende de aangegeven bedragen had ontvangen, maar het Gerecht verwierp dit standpunt. Subsidiair stelde de Inspecteur dat de belanghebbende loon in natura had genoten in de vorm van privégebruik van een auto en telefoon. Het Gerecht oordeelde dat het beroep van de Inspecteur op interne compensatie met betrekking tot het genoten loon in natura ter zake van de auto slaagde, maar dat het beroep op interne compensatie voor de telefoon geen behandeling behoefde.
De uitspraak concludeerde dat het beroep van de belanghebbende tegen het niet tijdig beslissen voor het jaar 2012 niet-ontvankelijk was, terwijl de beroepen voor de jaren 2013 en 2014 ongegrond werden verklaard. De proceskosten en het griffierecht werden niet vergoed. De belanghebbende heeft de mogelijkheid om binnen twee maanden hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.