ECLI:NL:OGEAA:2021:145

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 april 2021
Publicatiedatum
6 mei 2021
Zaaknummer
AUA202003230
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van partneralimentatie in het kader van gewijzigde omstandigheden

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de man, verzoeker, een verzoek ingediend tot wijziging van de partneralimentatie die aan de vrouw, verweerder, is toegewezen. De man heeft aangevoerd dat zijn inkomen door de coronapandemie met 20% is gedaald, waardoor hij niet meer in staat is om de eerder vastgestelde alimentatie van Afl. 1.400,- te betalen. De vrouw is niet verschenen en heeft geen verweer gevoerd. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 18 december 2020 werd ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 9 maart 2021, waar alleen de man aanwezig was.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de alimentatiebeschikking van 30 september 2019, die de vrouw een uitkering tot levensonderhoud toekende, niet langer aan de wettelijke maatstaven voldoet. Op basis van artikel 1:401 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba kan een rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud worden gewijzigd indien deze door wijziging van omstandigheden niet meer aan de wettelijke maatstaven voldoet. De rechtbank heeft de draagkracht van de man beoordeeld en vastgesteld dat hij in staat is om Afl. 1.300,- per maand bij te dragen aan de kosten van levensonderhoud van de vrouw.

De rechtbank heeft de beschikking van 30 september 2019 gewijzigd, waarbij de alimentatie met ingang van 1 april 2021 op Afl. 1.300,- is vastgesteld. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het verzoek om een andere of hogere alimentatie is afgewezen. De uitspraak is gedaan op 20 april 2021 door rechter mr. J.M.J. Keltjens.

Uitspraak

Beschikking van 20 april 2021
behorend bij EJ nr. AUA202003230
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de alimentatiezaak tussen
[Verzoeker],
wonende in Aruba, [adres],
VERZOEKER, hierna: de man,
procederend in persoon,
en
[Verweester],
wonende in Aruba, [adres],
VERWEERSTER, hierna te noemen de vrouw,
niet verschenen.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 18 december 2020;
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 9 maart 2021, waar alleen de man in persoon is verschenen. De vrouw heeft geen verweerschrift ingediend en is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Partijen zijn op 2 augustus 1985 in Aruba in gemeenschap van goederen gehuwd.
2.2
Bij beschikking van dit gerecht van 29 april 2019 (EJ nr. AUA201900115) is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken en bij beschikking van 30 september 2019 (EJ nr. AUA201900115) is aan de vrouw een uitkering tot levensonderhoud ten laste van de man van Afl. 1.400,- toegekend.
2.3
Op 15 september 2020 heeft deurwaarder [X] beslag gelegd op het loon van de man.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Het verzoek strekt tot wijziging van de bij bovengenoemde beschikking van 30 september 2019 vastgestelde partneralimentatie, in die zin dat de partneralimentatie op een lager bedrag dan wel op nihil wordt gesteld, kosten rechtens.
3.2
Daartoe heeft de man aangevoerd dat de alimentatiebijdrage, was gebaseerd op het inkomen dat hij verdiende vóór de coronapandemie. Het inkomen dat hij thans verdient is met 20% ingekort en is onvoldoende om in de basisbehoefte voor hemzelf te voorzien. Hij kan daarom onmogelijk voldoen aan de alimentatieverplichting. Er is, aldus de man, dan ook sprake van een wijziging van omstandigheden, die maken dat de partneralimentatie-uitkeringen die hij verschuldigd is, niet meer aan de wettelijke maatstaven voldoen.
3.3
De man heeft ter zitting te kennen gegeven bereid te zijn met een bedrag van Afl. 1.000,- bij te dragen in de levensonderhoud van de vrouw.
3.4
De vrouw heeft geen verweer gevoerd.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het verzoek is gebaseerd op artikel 1:401 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW). Ingevolge die bepaling kan een rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud, bij latere uitspraak worden gewijzigd of ingetrokken, indien zij nadien door wijziging van omstandigheden ophoudt aan de wettelijke maatstaven te voldoen of indien zij van de aanvang af niet aan de wettelijke maatstaven heeft beantwoord, doordat bij die uitspraak van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan.
4.2
Het gerecht stelt dan ook vast dat die alimentatiebeschikking inmiddels is achterhaald en niet langer aan de wettelijke maatstaven voldoet. De aard van de alimentatiebeschikking op de voet van art. 1:401 lid 1 brengt mee dat de rechter, wanneer hij heeft vastgesteld dat een rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud door een wijziging van omstandigheden heeft opgehouden aan de wettelijke maatstaven te voldoen, geheel vrij is om met inachtneming van alle ten tijde van zijn beslissing bestaande relevante omstandigheden en zonder door de aldus achterhaalde uitspraak in zijn vrijheid te worden beperkt, die uitspraak te wijzigen dan wel in te trekken (vgl. HR d.d. 4 februari 2000; ECLI:NL:HR:2000:AA4724).
4.3
Het gerecht zal gelet hierop een nieuwe uitkering tot levensonderhoud ten laste van de man vaststellen.
4.4
De vrouw is opgeroepen te verschijnen ter zitting om haar mening over het verzoek kenbaar te maken. Van deze aan haar geboden gelegenheid heeft zij geen gebruik gemaakt.
Draagkracht man
4.5
Blijkens de overgelegde salarisslips bedraagt het netto inkomen van de man gemiddeld ca. Afl. 3.632,92 per maand (inclusief “savings”).
4.6
Wat de lasten betreft houdt het gerecht rekening met een forfaitair bedrag van Afl. 1.400,- voor het eigen levensonderhoud en Afl. 925,- aan huur. Met de posten “CMB” en “persoonlijke lening” zal het gerecht geen rekening houden, nu uit de stukken niet is gebleken dat de man daadwerkelijk op deze schulden aflost.
De totale in aanmerking te nemen (noodzakelijke) vaste lasten van de man bedragen, gelet op het vorenstaande, totaal afgerond Afl. 2.325,-. Uit het vorenstaande volgt dat de draagkrachtruimte van de man (Afl. 3.632,92 minus Afl. 2.325,-) Afl. 1.307,92 per maand bedraagt.
4.7
Gelet op de draagkracht van de man moet de man in staat worden geacht om met een bedrag van Afl. 1.300,- bij te dragen in de kosten van levensonderhoud van de vrouw. Het gerecht zal aldus beslissen.
4.8
De proceskosten zullen worden gecompenseerd.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
wijzigtde beschikking van dit gerecht van 30 september 2019 (EJ nr. AUA201900115) in dier voege dat de uitkering aan de vrouw [verweerster] ten laste van de man, [verzoeker], met ingang van 1 april 2021 wordt bepaald op Afl. 1.300,-,
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt,
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
wijst af het anders of meer verzochte.
Aldus gegeven door mr. J.M.J. Keltjens, rechter in dit gerecht, en in het openbaar uitgesproken ter zitting van dinsdag 20 april 2021 in aanwezigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 20 april 2021
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: EJ nr. AUA202003230
Inhoudsindicatie: Wijziging Alimentatie
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: EJ, wijziging Alimentatie
Rechter: mr. J.M.J. Keltjens
Bijzondere kenmerken: