Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL EN STANDPUNTEN PARTIJEN
4.BEOORDELING VAN HET BEROEP
5.PROCESKOSTEN
Proceskosten bezwaar
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 12 februari 2020 uitspraak gedaan over de douanewaarde van bouwmaterialen die door de importeur zijn ingevoerd in de jaren 2016 en 2017. De importeur, handelend onder de naam '[X]', heeft in geschil gebracht dat de Inspecteur der Invoerrechten en Accijnzen ten onrechte vracht- en verzekeringskosten bij de douanewaarde heeft opgeteld. De goederen zijn onder CIF-voorwaarden (Cost, Insurance and Freight) verkocht, wat betekent dat de leverancier verantwoordelijk is voor de kosten van transport en verzekering tot aan de haven van Aruba. De Inspecteur had deze kosten bij de factuurprijs opgeteld, terwijl de importeur betoogde dat deze kosten al in de factuurprijs waren begrepen.
Het Gerecht oordeelde dat de importeur aannemelijk heeft gemaakt dat de vracht- en verzekeringskosten in de factuurprijs zijn inbegrepen, en dat de Inspecteur deze kosten ten onrechte heeft bijgeteld. De uitspraak op bezwaar van de Inspecteur werd vernietigd, evenals de uitnodiging tot betaling van invoerrechten. Het Gerecht heeft de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van de importeur en het betaalde griffierecht terug te vergoeden. Deze uitspraak benadrukt het belang van de juiste toepassing van douanewaarde en de voorwaarden waaronder goederen worden verkocht, evenals de verantwoordelijkheden van de betrokken partijen.