ECLI:NL:OGEAA:2020:368

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
31 augustus 2020
Publicatiedatum
29 september 2020
Zaaknummer
CUR201903341 en CUR201903342
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid belastingrechter in geschil over verrekening teruggaven premieheffing met belastingaanslagen

In deze zaak heeft de Ontvanger der Belastingen teruggaven van premieheffing verrekend met belastingaanslagen. De belanghebbende betwist deze verrekening en stelt dat de belastingaanslagen zijn verjaard, waardoor verrekening niet mogelijk zou zijn. De belastingrechter heeft zich in dit geschil over de invordering onbevoegd verklaard, omdat de invordering meer een privaatrechtelijke dan publiekrechtelijke aangelegenheid is. De burgerlijke rechter is daarom het meest geschikt om geschillen over de invordering van belastingschulden te behandelen. De uitspraak is gedaan op 31 augustus 2020, waarbij de rechter heeft geoordeeld dat de belastingrechter niet bevoegd is om het geschil te behandelen. De proceskosten en het griffierecht zijn niet vergoed. De belanghebbende kan binnen twee maanden na de verzenddatum van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.

Uitspraak

Uitspraak van 31 augustus 2020
BBZ nrs. CUR201903341 en CUR201903342
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:
[Belanghebbende], wonende te Curaçao,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE ONTVANGER DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende zijn met dagtekening 14 september 2018 aanslagen premie AOV/AWW 2016, premie AVBZ 2016 en premie BVZ 2016 opgelegd naar een premie-inkomen van NAf 12.141, resulterend in teruggaven van respectievelijk NAf 355, NAf 128 en NAf 501.
1.2
De Ontvanger heeft bij brieven van 29 augustus 2018 aan belanghebbende medegedeeld dat voornoemde teruggaven zijn verrekend met andere aanslagen.
1.3
Belanghebbende heeft in een brief van 28 oktober 2018 zich erop beroepen dat de aanslagen waarmee is verrekend, op grond van artikel 13 Landsverordening op de invordering van directe belastingen 1943 zijn verjaard, zodat de Ontvanger daarmee de teruggaven niet had mogen verrekenen.
1.4
De Ontvanger heeft bij brief van 14 juli 2019 de bezwaren tegen de verrekening afgewezen. Redengevend daarvoor is dat het beroep op verjaring pas is ingediend nadat is verrekend, zodat daarmee geen rekening kon worden gehouden.
1.5
Belanghebbende heeft op 13 september 2019 tegen de brief van 14 juli 2019 beroep ingesteld bij het Gerecht. Belanghebbende heeft daarvoor een bedrag aan griffierecht betaald van NAf 50.
1.6
De zitting heeft plaatsgevonden op 27 augustus 2020 te Willemstad. Belanghebbende is verschenen, bijgestaan door zijn zus [A]. Namens de Ontvanger is niemand verschenen. Door de maatregelen vanwege het corona-virus heeft de rechter vanuit het gerechtsgebouw in Aruba de zitting geleid via een videoverbinding.

2.OVERWEGINGEN

Bevoegdheid belastingrechter

2.1
Alvorens tot een eventuele inhoudelijke beoordeling van het geschil te kunnen overgaan, dient het Gerecht te beoordelen of de belastingrechter bevoegd is in dit geschil.
2.2
De invordering van de verschuldigde belasting en premies is opgedragen aan de Ontvanger. Deze beschikt daarvoor zowel over eigen bijzondere bevoegdheden als de bevoegdheden die ingevolge het civiele recht aan een schuldeiser zijn toegekend. Eén van de eigen bevoegdheden is de mogelijkheid om aan de belastingschuldige uit te betalen bedragen te verrekenen met andere belastingen en premies.
2.3
Nu de invordering meer een privaatrechtelijke dan publiekrechtelijke aangelegenheid is, is de burgerlijke rechter het meest geschikt geacht om geschillen over de invordering van belastingschulden te behandelen (vgl GHvJ (civiel) 16 maart 2010, ECLI:NL:OGHNAA:2010:BO4551). De belastingrechter is daarom niet bevoegd.

3.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT

Het Gerecht ziet geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten of het griffierecht.

4.DE BESLISSING

De belastingrechter:
- verklaart zich onbevoegd.
Deze uitspraak is gegeven door mr. dr. A.J.H. van Suilen, rechter, en uitgesproken op 31 augustus 2020, in tegenwoordigheid van de griffier M.M.M. Faro MSc.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
Wilhelminaplein 4
Willemstad
Curaçao
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffieCUR@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
- natuurlijke personen: NAf. 200
- personenvennootschappen en rechtspersonen: NAf. 500