Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.OVERWEGINGEN
Ontvankelijkheid bezwaar naheffingsaanslagen januari 2018
3.PROCESKOSTENVERGOEDING EN GRIFFIERECHT
4.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is de hoogte van de proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase aan de orde. Belanghebbende, gevestigd te Aruba, heeft bezwaar gemaakt tegen meerdere naheffingsaanslagen belasting op bedrijfsomzetten (BBO) en bestemmingsheffing AZV, opgelegd door de Inspecteur der Belastingen. De naheffingsaanslagen betroffen bedragen van Afl. 1.000 voor de periodes januari en februari 2018, met verzuimboetes van Afl. 100. Belanghebbende heeft op 17 januari en 23 januari 2019 bezwaar gemaakt tegen deze aanslagen, maar de Inspecteur heeft in zijn uitspraken op bezwaar geen proceskostenvergoeding toegekend.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat het bezwaar ontvankelijk is, ondanks dat het buiten de wettelijke termijn van twee maanden is ingediend, omdat belanghebbende pas op 11 januari 2019 op de hoogte was van de naheffingsaanslagen. Het Gerecht oordeelt dat de proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase ten onrechte niet is toegekend door de Inspecteur, aangezien de aanslagen zijn vernietigd wegens aan de Inspecteur toe te rekenen onrechtmatigheid. Het Gerecht kent een wegingsfactor van 0,5 toe aan de zaak, wat in overeenstemming is met de geringe bewerkelijkheid en gecompliceerdheid van de zaak.
In de beroepsfase heeft het Gerecht de proceskostenvergoeding vastgesteld op Afl. 350, en het griffierecht van Afl. 150 dient door de Inspecteur aan belanghebbende te worden vergoed. De uitspraak is gedaan op 18 september 2019 door mr. A.J.H. van Suilen, en het beroep van belanghebbende is gegrond verklaard, waarbij de uitspraken op bezwaar zijn vernietigd voor zover daarin geen proceskostenvergoeding is toegekend.