ECLI:NL:OGEAA:2019:263
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over vervangende toestemming en gebruiksvergoeding na echtscheiding
In deze zaak, die op 8 mei 2019 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, gaat het om een kort geding tussen eiseres en gedaagde, die in gemeenschap van goederen zijn gehuwd en inmiddels gescheiden zijn. Eiseres vordert onder andere een gebruiksvergoeding van gedaagde voor het gebruik van de echtelijke woning, die nog steeds in gemeenschappelijk eigendom is. Eiseres stelt dat gedaagde sinds de echtscheiding in de woning verblijft en dat zij zelf bij haar zoon woont. Eiseres heeft gedaagde verzocht de woning te ontruimen en heeft een verzoek ingediend voor vervangende toestemming om de woning te verkopen aan potentiële kopers.
De voorzieningenrechter oordeelt dat er sprake is van een spoedeisend belang en dat gedaagde een gebruiksvergoeding verschuldigd is aan eiseres. De hoogte van deze vergoeding wordt vastgesteld op Afl. 118,69 per maand, met ingang van 22 november 2017. Daarnaast wordt gedaagde bevolen de woning binnen vier weken na betekening van het vonnis te ontruimen. Eiseres krijgt toestemming om de woning te verkopen aan de potentiële kopers voor een bedrag van Afl. 113.000,-. De rechter wijst de vordering van eiseres toe en benoemt een onzijdig persoon die gedaagde zal vertegenwoordigen indien hij weigert mee te werken aan de overdracht van de woning.
De rechter compenseert de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt, en verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.