In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om de aansprakelijkheid van de werkgever voor een bedrijfsongeval dat plaatsvond op 24 juli 2015. De verzoeker, een werknemer, viel van een steiger tijdens werkzaamheden aan de VIP-ruimte van de Airport Reina Beatrix en liep ernstig hoofdletsel op. De verzoeker vorderde dat de verweerders hoofdelijk aansprakelijk werden gesteld voor de schade die hij had geleden als gevolg van het ongeval, en eiste een voorschot op die schade. De verweerders, waaronder de naamloze vennootschap [werkgever 1] en de Aruba Airport Authority N.V. (AAA), voerden verweer en stelden dat de verzoeker zelf roekeloos had gehandeld.
Het Gerecht oordeelde dat de aansprakelijkheid van de werkgever in beginsel gegeven is, tenzij deze kan aantonen dat hij aan zijn zorgplicht heeft voldaan of dat de schade het gevolg was van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Het Gerecht verwierp het verweer van de werkgever dat de verzoeker bewust roekeloos had gehandeld, omdat de werkgever niet had aangetoond dat hij aan zijn zorgplicht had voldaan. Het Gerecht oordeelde dat de werkgever aansprakelijk was voor de schade van de verzoeker.
Daarnaast werd de aansprakelijkheid van AHI en AAA afgewezen, omdat niet was aangetoond dat zij als werkgevers konden worden aangemerkt in de zin van de relevante wetgeving. Het Gerecht kende de verzoeker een voorschot toe van Afl. 20.000,- op zijn schade, te betalen door [werkgever 1]. De kosten van de procedure werden toegewezen aan de zijde van de verzoeker en de verweerders.