In deze beschikking van 28 maart 2017, uitgesproken door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, wordt het verzoek van [X] behandeld om vervangende toestemming te verkrijgen voor de erkenning van de minderjarige [Z]. De man, die in persoon procedeert, heeft eerder een verzoek ingediend waarbij de Voogdijraad als bijzonder curator is benoemd. Dit verzoek is voortgekomen uit de noodzaak om de juridische relatie tussen de man en de minderjarige te erkennen, nu de moeder van het kind in november 2012 is overleden en geen toestemming voor de erkenning kan verlenen.
De procedure omvatte een DNA-onderzoek dat bevestigde dat de man de biologische vader van de minderjarige is. Het gerecht overweegt dat de erkenning van de minderjarige in het belang van zowel de man als het kind is, en dat er geen reële risico's zijn voor de emotionele en sociaalpsychologische ontwikkeling van de minderjarige. De minderjarige heeft aangegeven gelukkig te zijn bij de man en wenst dat hij officieel als zijn vader wordt erkend.
Daarnaast heeft de man verzocht om ontslag van de voogdij en om met het ouderlijk gezag over de minderjarige te worden belast. Het gerecht concludeert dat er geen gegronde vrees bestaat dat de belangen van het kind zouden worden verwaarloosd, en dat de man sinds augustus 2014 de voogdij naar tevredenheid uitoefent. Het verzoek wordt toegewezen, en de man wordt met het ouderlijk gezag belast. De beschikking verklaart uitvoerbaar bij voorraad en wijst het meer of anders verzochte af.