In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de vader verzocht om wijziging van het gezag over zijn minderjarige kinderen, waarbij hij gezamenlijk gezag met de moeder wenst. De moeder, die tot nu toe alleen het gezag uitoefende, heeft verweer gevoerd en verzocht om vervangende toestemming om met de kinderen naar Nederland te verhuizen. De procedure begon met een verzoekschrift van de vader op 3 juni 2016, gevolgd door een verweerschrift van de moeder op 8 september 2016. Tijdens de zittingen zijn beide ouders verschenen, bijgestaan door hun advocaten, en is er een rapportage van de Voogdijraad gepresenteerd. De rechter heeft de belangen van de minderjarigen en de ouders afgewogen en geconcludeerd dat er geen onaanvaardbaar risico bestaat dat de kinderen klem raken tussen de ouders. De rechter heeft besloten dat de vader en moeder gezamenlijk het gezag over de kinderen zullen uitoefenen, met de gewone verblijfplaats van de kinderen bij de moeder in Aruba, zolang zij daar woont. Indien de moeder naar Nederland verhuist, zal de gewone verblijfplaats bij de vader zijn. De omgangsregeling tussen de vader en de kinderen is vastgesteld, en de proceskosten zijn gecompenseerd. De beschikking is gegeven op 14 maart 2017.