In deze zaak heeft de vader, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. C.J. Hart, verzocht om gezamenlijk gezag over zijn minderjarige kind, geboren op [datum] 2014 in Aruba, en om een omgangsregeling met het kind vast te stellen. De moeder, die het gezag over de minderjarige alleen uitoefent, heeft ingestemd met het verzoek van de vader. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 20 mei 2016 werd ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 30 augustus 2016. Tijdens deze behandeling waren zowel de vader als de moeder aanwezig, en ook mevrouw A. Flanders van de Voogdijraad.
De rechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar artikel 1:253c lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat de vader de mogelijkheid biedt om gezamenlijk gezag te verzoeken. De rechter heeft vastgesteld dat gezamenlijk gezag in het belang van de minderjarige is, vooral omdat de moeder heeft ingestemd met dit verzoek. Daarnaast is er een omgangsregeling vastgesteld, waarbij de vader het kind twee dagen per week kan zien, met de mogelijkheid van één overnachting per week. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt.
De beschikking is gegeven op 11 oktober 2016 en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De rechter heeft de beschikking ondertekend en de zaak is daarmee afgerond.