ECLI:NL:OGEAA:2016:401
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en de beoordeling van dringende redenen in het arbeidsrecht
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, gaat het om een kort geding dat is aangespannen door een werknemer (Eiser) tegen zijn werkgever, Post Aruba N.V. Eiser was sinds 2006 in dienst bij Post Aruba en vervulde de functie van besteller op de E-Post afdeling. Hij werd ontslagen op staande voet wegens het meenemen van goederen zonder betaling van de bijbehorende facturen. Eiser had erkend dat hij 11 bestellingen zonder betaling had meegenomen, met een totaalbedrag van Afl 437,07. Na zijn schorsing op 4 februari 2016, volgde op 16 februari 2016 de opzegging van de arbeidsovereenkomst door Post Aruba, die stelde dat er sprake was van een dringende reden.
Eiser vorderde in kort geding een verklaring voor recht dat het ontslag nietig was, wedertewerkstelling en doorbetaling van loon. Hij betoogde dat de ontslagreden niet volledig was komen vast te staan en dat het gebruikelijk was om facturen later te betalen. Post Aruba voerde verweer en stelde dat het ontslag gerechtvaardigd was, gezien de ernst van de situatie en het schenden van vertrouwen.
Het Gerecht beoordeelde of de ontslagredenen als dringende reden konden worden aangemerkt. Het vaststond dat Eiser goederen had meegenomen zonder te betalen, maar het aantal onbetaalde pakketten was lager dan door Post Aruba werd gesteld. Het Gerecht oordeelde dat de gedragingen van Eiser, die zich over meerdere jaren hadden voorgedaan, een dringende reden voor ontslag vormden. Het verweer van Eiser werd verworpen, en het Gerecht concludeerde dat het ontslag op staande voet stand zou houden in een bodemprocedure. Eiser werd veroordeeld in de proceskosten van Post Aruba.