ECLI:NL:OGEAA:2015:604

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
1 juli 2015
Publicatiedatum
9 augustus 2016
Zaaknummer
BBZ nrs. 2008/66896 en 66897
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Belastingheffing over Nederlandse WAO-uitkering voor inwoner van Aruba

In deze zaak gaat het om de belastingheffing over een Nederlandse WAO-uitkering die wordt genoten door een inwoner van Aruba. De belanghebbende, die in 2008 op Aruba woonde, ontving een WAO-uitkering uit Nederland. De belastinginspecteur had aanslagen inkomstenbelasting en premie AZV opgelegd, waartegen de belanghebbende bezwaar maakte. De inspecteur handhaafde de aanslagen, waarna de belanghebbende in beroep ging. De zaak werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, dat op 1 juli 2015 uitspraak deed. De rechtbank oordeelde dat de belastingheffing over de WAO-uitkering niet aan Nederland toekomt, maar aan Aruba, het woonland van de belanghebbende. Dit oordeel is gebaseerd op een arrest van de Hoge Raad van 27 september 2000, waarin werd vastgesteld dat de belastingheffing over een dergelijke uitkering aan het woonland toekomt. De rechtbank verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond, en benadrukte dat hij voor teruggaaf van in Nederland geheven belasting zich moet wenden tot de Nederlandse belastingdienst. De uitspraak werd gedaan in raadkamer op 21 november 2014 en openbaar uitgesproken op 1 juli 2015.

Uitspraak

Uitspraak van 01 juli 2015
BBZ nrs. 2008/66896 en 66897
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
HERSTELUITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening beroep in belastingzaken van:
X, te Aruba,
BELANGHEBBENDE,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN,
zetelend in Aruba, hierna te noemen: de Inspecteur,
De uitspraak van 03 maart 2015
Op 03 maart 2015 heeft de Raad van beroep voor belastingzaken in de zaak met
nrs. 2008/66896 en 66897 schriftelijk uitspraak gedaan. Ingaande 1 januari 2015 is de Landsverordening Beroep in Belastingzaken gewijzigd (wijzigingsverordening: AB 2014 no.75) en is het Gerecht in Eerste Aanleg bevoegd geworden te oordelen over alle belastingzaken, ook de aanhangige zaken. Deze uitspraak had derhalve door het Gerecht in eerste aanleg van Aruba gedaan moeten worden.
De uitspraak van heden strekt ertoe de uitspraak van 03 maart 2015 te vervangen.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende zijn voor het jaar 2008 aanslagen inkomstenbelasting en premie AZV opgelegd met dagtekening 27 april 2012.
1.2
Belanghebbende is op 7 juni 2012 in bezwaar gekomen tegen de aanslagen. De Inspecteur heeft bij uitspraken van 30 september 2013 de aanslagen gehandhaafd.
1.3
Belanghebbende is op 7 november 2013 tijdig in beroep gekomen tegen deze uitspraken op bezwaar.
1.4
De Inspecteur heeft een vertoogschrift ingediend.
1.5
Ter zitting van 21 november 2014 te Oranjestad is verschenen namens de Inspecteur A. Belanghebbende is niet verschenen.

2.DE TUSSEN PARTIJEN VASTSTAANDE FEITEN

2.1 2.1
2.1 Het volgende is op grond van de schriftelijke stukken en hetgeen ter zitting is gezegd, komen vast te staan. Het is tussen partijen niet in geschil of door één van de partijen gesteld en door de andere partij niet of onvoldoende tegengesproken.
2.2
Belanghebbende woonde in 2008 op Aruba. Zijn inkomen bestond uit een WAO-uitkering uit Nederland. Bij de aanslag over 2008 is de uitkering in Aruba belast.

3.GESCHIL

Tussen partijen is in geschil of aftrek ter voorkoming van dubbele belasting moet worden verleend voor de WAO-uitkering.

4.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

4.1
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, alsmede op hetgeen zij ter zitting hebben bijgebracht.
4.2
Belanghebbende heeft gesteld dat ook in Nederland belasting wordt geheven over de uitkering.
4.3
De Inspecteur heeft verwezen naar het arrest van de Hoge Raad van 27 september 2000, nr. 34796.

5.BEOORDELING VAN HET GESCHIL

5.1
In het aangehaalde arrest van de Hoge Raad is beslist dat de belastingheffing over een Nederlandse WAO-uitkering die wordt genoten door een inwoner van Aruba niet aan Nederland toekomt maar aan het woonland Aruba. Aruba heeft de WAO-uitkering van belanghebbende, inwoner van Aruba, belast op grond van haar wetgeving. Uit een en ander volgt dat de Inspecteur terecht geen aftrek ter voorkoming van dubbele belasting heeft verleend. Belanghebbende moet zich voor teruggaaf van de in Nederland geheven belasting wenden tot de Nederlandse belastingdienst.
5.2
Uit het hiervoor overwogene volgt dat het beroep ongegrond is.

6.DE BESLISSING

Het Gerecht :
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gedaan in raadkamer op 21 november 2014 door mrs. S. Verheijen, T. Groeneveld en A. Beukers-van Dooren in tegenwoordigheid van de griffier mr. L. Hoogenbergen en uitgesproken in het openbaar op 1 juli 2015.
De griffier is verhinderd
de uitspraak te ondertekenen.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof (art. 17b Landsverordening beroep in belastingzaken).
Het hoger beroep wordt ingesteld binnen twee maanden na de dag van de toezending van de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg overeenkomstig artikel 14, derde lid. De instelling van het hoger beroep geschiedt door indiening dan wel toezending naar de griffie van het Gerecht van een aan het Hof gericht beroepschrift (art. 17c Landsverordening beroep in belastingzaken).