ECLI:NL:OGEAA:2015:177
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen toekenning pensioenuitkering op basis van Lvgpan
In deze bestuurszaak heeft appellant, een gewezen politieke ambtsdrager van Aruba, beroep ingesteld tegen de beschikking waarbij hem een pensioenuitkering is toegekend op basis van de Landsverordening voorzieningen gewezen politieke ambtsdragers en hun nabestaanden (Lvgpan). Appellant betoogt dat de toepassing van de Lvgpan leidt tot een ontoelaatbare inbreuk op zijn eigendomsrecht, zoals vastgelegd in artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens. Het gerecht heeft op 29 juni 2015 uitspraak gedaan en oordeelt dat het betoog van appellant faalt. De wetgever heeft met de Lvgpan beoogd de financiële voorzieningen voor voormalige politieke ambtsdragers te versoberen, wat een legitiem doel dient dat in het algemeen belang is. Het gerecht stelt vast dat er geen strijd is met de genoemde verdragsbepaling en dat er geen aanleiding is om de Lvgpan buiten toepassing te laten. Het beroep van appellant wordt ongegrond verklaard.
De procedure begon met een landsbesluit van 13 december 2013, waarbij appellant met ingang van 6 februari 2014 een pensioenuitkering werd toegekend. Appellant maakte bezwaar tegen deze beschikking, maar dit werd ongegrond verklaard door de minister van Financiën en Overheidsorganisatie. Vervolgens heeft appellant beroep ingesteld bij het gerecht, dat op 9 maart 2015 de zaak heeft behandeld. De uitspraak is gedaan op 29 juni 2015, waarbij het gerecht de argumenten van appellant heeft weerlegd en de wetgever de ruimte heeft om de Lvgpan te handhaven. De rechter concludeert dat er geen schending is van het rechtszekerheidsbeginsel en dat de Lvgpan niet buiten toepassing kan worden gelaten. De uitspraak bevestigt dat de wetgever een substantiële versobering van de pensioenvoorzieningen heeft doorgevoerd, wat maatschappelijk niet langer te rechtvaardigen was.
De beslissing van het gerecht is dat het beroep ongegrond wordt verklaard, zonder veroordeling van de verweerder in de proceskosten. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof, dat binnen zes weken na de dag van de uitspraak kan worden ingesteld.