3.5Het gerecht zal aan de hand van de aangevoerde bezwaargronden beoordelen of het bestreden inpassingbesluit is voorbereid en genomen overeenkomstig de geldende wettelijke voorschriften en beleidsregels, waaronder die neergelegd in de verkorte plaatsingsprocedure.
Het bestreden landsbesluit en het bezwaar van klaagster
4. Klaagster is sinds 1 juli 2012 werkzaam in de functie van Gevangenisinrichtingswerker (schaal 6). In het landsbesluit van 13 april 2023 no. 62 is klaagster ingepast in de nieuwe formatiestructuur van de DGWA in de functie van Penitentiair inrichtingswerker (schaal 7, dienstjaar 7). Dit besluit is in het bestreden landsbesluit ingetrokken en vervangen. Klaagster is opnieuw per 1 januari 2021 ingepast in functie van Penitentiair inrichtingswerker (schaal 7, dienstjaar 7), maar per diezelfde datum ontheven uit die functie en aangesteld in de functie van Ploegcommandant. Aan deze aanstelling is onder III. de voorwaarde verbonden dat klaagster haar ziekteverzuimpercentage verlaagt door mee te werken aan een ziekteverzuimverbetertraject. Als dat niet gebeurt, zo staat in onderdeel IV., zal klaagster worden teruggeplaatst naar de functie van Penitentiair inrichtingswerker.
5. Klaagster is het eens met de inpassing in de functie van Ploegcommandant, maar zij kan zich niet vinden in de daarbij gestelde voorwaarde dat zij moet werken aan haar ziekteverzuim. Klaagster stelt dat zij niet eerder is aangesproken op haar ziekteverzuim en zij vindt dat verweerder deze voorwaarde niet op deze manier kan stellen. Het is volgens haar in strijd met de rechtszekerheid dat verweerder niet duidelijk maakt wat klaagster precies moet doen om aan de voorwaarde te voldoen. Klaagster wil van verweerder verder het bij de functie van Ploegcommandant horende epaulet op haar uniform ontvangen, omdat hiervan gezag uitgaat. Het gaat hier om een executieve functie en het moet voor iedereen duidelijk zijn dat klaagster Ploegcommandant is.
Op de zitting heeft klaagster haar bezwaar aangevuld en gesteld dat zij als Ploegcommandant per 1 januari 2021 recht heeft op een bezoldiging in schaal 8.
6. Verweerder heeft op de zitting toegelicht dat klaagster naar aanleiding van de interne bezwaarprocedure alsnog de kans is gegund om te gaan werken als Ploegcommandant in plaats van als Penitentiair inrichtingswerker. Daarbij geldt de voorwaarde dat zij haar ziekteverzuim naar beneden brengt. Het gerecht stelt vast dat de stelling van klaagster dat zij niet eerder is geconfronteerd met haar ziekteverzuim, onjuist is. Uit de gedingstukken blijkt namelijk dat verweerder klaagster heeft aangesproken op haar ziekteverzuim in een brief van 14 augustus 2023. Daarin staat dat klaagster zich in de periode tussen 3 juni 2021 en 20 september 2021 twintig keer heeft ziekgemeld. Verweerder heeft op de zitting toegelicht dat het ziekteverzuimverbetertraject vooral is ingegeven om klaagster een kans te geven bevorderd te worden. Tegelijk moet er wat worden gedaan aan haar ziekteverzuim, dat zo hoog is dat het in de weg staat aan een goede uitoefening van de functie van Ploegcommandant. Ploegcommandanten moeten op de vloer leiding geven. Een hoog ziekteverzuim betekent dat iemand feitelijk ongeschikt is om de functie van Ploegcommandant inhoud te geven, aldus verweerder.
Het ziekteverzuimverbetertraject duurt zes maanden, met een mogelijke verlenging van zes maanden, dus in totaal maximaal twaalf maanden. Dan moet blijken of het ziekteverzuim voldoende is verlaagd om de functie van Ploegcommandant te kunnen waarmaken.
7. Het gerecht oordeelt het, gelet op de door verweerder gegeven toelichting en op het hoge ziekteverzuim van klaagster, niet onredelijk dat verweerder aan de aanstelling in de functie van Ploegcommandant de voorwaarde heeft verbonden dat klaagster meewerkt aan het ziekteverzuimverbetertraject. Het gerecht is echter van oordeel dat verweerder aan het meewerken aan het ziekteverzuimverbetertraject niet die andere voorwaarde heeft kunnen koppelen, namelijk dat het meewerken moet leiden tot een verlaging van het ziekteverzuim percentage. Ten eerste omdat medewerking aan een verzuimverbetertraject geen garantie inhoudt dat het verzuimpercentage wordt verlaagd. En ten tweede omdat voor klaagster onvoldoende duidelijk is met hoeveel procent haar ziekteverzuim moet zijn verlaagd om terugplaatsing naar de functie van Penitentiar inrichtingswerker te voorkomen. Dit onderdeel van de voorwaarde is daarmee rechtsonzeker. Het gerecht ziet hierin aanleiding de onderdelen III. en IV. van het bestreden landsbesluit te vernietigen.