In deze zaak heeft klager, een ambtenaar werkzaam bij de Departamento di Impuesto (DIMP) in Aruba, bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van zijn verzoek om bevordering naar de rang van referendaris (schaal 12). De afwijzing vond plaats op 21 maart 2018, na eerdere verzoeken van klager om bevordering die dateren van 25 augustus 2016, 31 maart 2017 en 30 mei 2017. Klager heeft op 14 juni 2018 bezwaar aangetekend tegen deze beslissing. Het gerecht heeft de zaak behandeld op 4 februari 2019, waarbij klager zich liet vertegenwoordigen door zijn advocaat, mr. P.M.E. Mohamed, terwijl verweerder werd vertegenwoordigd door mrs. Y.F.M. Kaarsbaan en M.M. Meaux, evenals de directeur van DIMP, L.E. Gomez-Pieters.
Het gerecht heeft vastgesteld dat klager niet voldoet aan het opleidingsvereiste voor de functie van invorderingsmedewerker 3, en dat hij niet heeft aangetoond dat hij deze functie feitelijk vervult. Klager heeft erkend dat hij niet optreedt als gemachtigde in rechtszaken, wat een essentieel onderdeel is van de functie van invorderingsmedewerker 3. Het gerecht concludeert dat klager niet in aanmerking komt voor de gevraagde bevordering, en verklaart het bezwaar ongegrond. De uitspraak is gedaan door mr. M. Soffers en is openbaar uitgesproken op 25 maart 2019. Beide partijen hebben het recht om hoger beroep in te stellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken, binnen dertig dagen na de uitspraak.