Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.OVERWEGINGEN
Voorts kon klager aan een zodanige ambtelijke fout geen aanspraken ontlenen. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat volgens vaste rechtspraak een bestuursorgaan een gemaakte fout moet kunnen herstellen, waarbij de mogelijkheid daartoe haar begrenzing vindt in de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Anders dan klager betoogt leidt in dit geval het herstel van de gemaakte fout niet tot strijd met enig beginsel van behoorlijk bestuur, aangezien de enkele overweging in het plaatsingslandsbesluit dat de functie waarin klager wordt geplaatst maximaal gewaardeerd wordt op het niveau van schaal 10 op zichzelf niet met zich brengt dat verweerder gehouden is klager tot dat niveau te bevorderen. Bovendien staat het verweerder steeds vrij om functies te herwaarderen, waarbij de mogelijkheid bestaat dat tot een waardering op een lager niveau wordt uitgekomen. Het betoog faalt.