ECLI:NL:OGAACMB:2016:6
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen bevordering in ambtenarenrecht met betrekking tot gelijkheidsbeginsel
In deze zaak heeft klaagster, werkzaam bij de Dienst Gevangeniswezen Aruba, bezwaar gemaakt tegen een landsbesluit waarbij haar bevordering met ingang van 1 maart 2014 is vastgesteld. Klaagster verzocht om bevordering met terugwerkende kracht naar 1 mei 2012, onder verwijzing naar het gelijkheidsbeginsel, omdat een collega met een vergelijkbare functie en anciënniteit op dezelfde datum was bevorderd. Het gerecht heeft vastgesteld dat klaagster haar bezwaarschrift na de wettelijke termijn indiende, maar dat zij aannemelijk heeft gemaakt dat zij pas op 11 mei 2015 van de beschikking op de hoogte was, waardoor haar bezwaar ontvankelijk werd verklaard.
Het gerecht overwoog dat de minister van Justitie, en niet de Gouverneur, verantwoordelijk was voor de bevordering. Klaagster voldeed pas aan de vereisten voor bevordering naar schaal 9 na het behalen van haar diploma op 13 februari 2014. Het gerecht concludeerde dat, hoewel er mogelijk een incidentele fout was gemaakt bij de bevordering van de collega van klaagster, het gelijkheidsbeginsel niet vereist dat een bestuursorgaan een gemaakte fout herhaalt. Aangezien klaagster niet aan de voorwaarden voldeed voor een eerdere bevordering, werd haar bezwaar ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan op 1 februari 2016 door mr. W.C.E. Winfield, ambtenarenrechter.